Costa Blanca, begin 2e helft
Of het dezelfde was, durf ik niet met volledige zekerheid te stellen, maar ik zag (weer?) een ‘tientonner’ richting soep schuiven. Ik was blij dat ik al soep had gehaald, want bij dit soort lijven weet je het nooit. Die scheppen een kopje soep op, zetten dat op de plaats van de terrine en lopen vervolgens met die terrine naar hun tafeltje. Tsja, ik kan soms echt slechte dingen denken. Ik weet tenslotte helemaal niet, waarom die mevrouw ‘zo stevig is gebouwd’.
Maar het is dan wel een verademing mensen met een normaler postuur te ontmoeten, Dat gebeurde na het eten, toen ik aan de bar mijn gebruikelijke carajillo bestelde. Daar zaten 2 iets minder fanatieke wielrenners. Niet van dat bijna eng doortrainde, maar van vet viel ook weinig te bespeuren. Gewoon liefhebbers dus. Mannen van staal, afkomstig van Zeeuws Vlaanderen. En ondanks deze nabijheid tot België prima te verstaan.
Hun plan is om vandaag 170 km weg te trappen. Beroepswielrenners zullen zoiets wel normaal vinden, maar ik vind het een knap eind. Zo vind ik ook dat bij het Spoorbaanpad nabij Almere CS sprake is van ‘vals plat’, maar mensen die wat vaker fietsen zullen op dat stukje weg geen idee hebben waarover ik het heb.
Niet vreemd dus, dat ik met aandacht naar de bergetappes tijdens de grote rondes kijk. Soms via een Belgische zender. Zoiets wordt beloond. Ik meen dat het voormalig renner Fons de Wolf was, die in de studio een verhaal uit het ‘verleden’ opdiepte. Een burgemeester van een plaats ergens in Zuid Frankrijk was er na vele jaren in geslaagd zijn gemeente etappeplaats te maken. Op de dag van aankomst had men op een finish rond de klok van 16.30 uur gerekend. Voor het zover was, konden de burgemeester en zijn genodigden zich tegoed doen aan een uitgebreide lunch. Het peloton bleek die dag echter haast te hebben en was een uur voor de verwachte tijd al aan het sprinten. In het Nederlands zou gezegd zijn: Er was geen hond aan de finish. Fons de Wolf zei: D’r was nog genen kat aan den meet.
Maar ook in andere situaties amuseer ik mij over de gebruikte terminologie. Wat te denken van: de kopgroep gaf er een snok aan. Wat is een snok eigenlijk en waar geef je die precies aan? Ik ken de betekenis van deze uitdrukking wel, maar heb nu pas, dankzij google, begrepen dat snok een Vlaams woord is voor ‘ruk’. Deze nieuwverworven kennis vind ik trouwens niet echt verhelderend.
Bezig zijn. Of juist niet.
Over het al dan niet meedoen aan bingo en mogelijke alternatieven zijn enkele reacties gekomen. Ik ben geroerd door deze blijken van meeleven. Ter geruststelling van deze met mij meelevende zielen: Ik ben een knap onafhankelijk individu. Ik blijf ook naar behoren functioneren als er geen activiteiten voor mij worden verzonnen. Je zou kunnen concluderen dat ik een aanhanger ben van Dolce far niente, waarvan ik dacht dat het Latijn was voor zalig nietsdoen. Volgens Ensie.nl is dat dus onjuist:
Het is een Italiaanse uitdrukking, die in alle talen is overgenomen en betekent „zalig nietsdoen”, eenbezigheid, of liever een gebrek aan bezigheid, die in een warmklimaatnog veel aantrekkelijker is dan bij ons, waar de koude ons wel in beweging houdt.
Het woord dolce betekent zacht of liefelijk en wordt vooral in demuziekgebruikt.
Met betrekking tot dat zalig nietsdoen durf ik te stellen dat ik daarbij tot de categorie ‘gevorderden’ behoor. Het niet afhankelijk wensen te zijn van anderen ligt daar waarschijnlijk aan ten grondslag. Dat betekent overigens niet dat ik mensenschuw ben. Er zijn momenten dat ik wat tegen iemand aan OH-en een aangenaam tijdverdrijf vind. Maar zulks dient niet tot krampachtigheid te leiden. Dames (of heren) een compliment over de kleding geven, lijkt mij een mooi voorbeeld. Nu zijn er op modegebied niet zo woest veel creaties, die mij tot het uitspreken van een compliment zouden verleiden. Zelfs bij modeshows van wereldberoemde couturiers kan ik mij soms niet voorstellen dat behalve de mannequin, die de creatie showt, er nog andere mensen zijn die zo’n gewaad gaan dragen. Ja, misschien een mislukt model. Iemand, die een oudere, maar zeer welgestelde huwelijkspartner heeft gevonden en met het dragen van zo’n peperduur stuk ‘textiel’ anderen jaloers probeert te maken.
Nog een punt wat bij het nietsdoen (voor gevorderden) niet vergeten mag worden. Het is in feite onmogelijk om nietsdoen te verpesten. Je kunt een boek gaan lezen, je kunt gaan deelnemen aan de bingo-avond, maar dan verwissel je nietsdoen door “iets doen”. Paula zit nu met kromme tenen en vraagt zich bezorgd af, waarom ik dat complete verhaal over nietsdoen niet schrap. Anderzijds. Als men mij met een zwarte stift op de Camera Obscura zou loslaten en ik mag alles onleesbaar maken, wat mij niet boeit, blijft er akelig weinig tekst over. Twee of meer bladzijden waarin de inrichting van een kamer wordt beschreven…. Doe even…. Maar dergelijke ‘zwartmakerij’ wil ik een voormalig lerares Nederlands niet aandoen.
Van zwartmakerij naar een wit voetje halen. Kom ik weer bij wielrenners. Benen en armen, die de kleur bruin al hebben overschreden steken fel af tegen de voeten en schouders, want die zijn bedekt door sokken en shirts. Het shirt wordt nog wel eens losgegooid in bepaalde etappes en zo krijgt het front soms toch ook nog een kleur, maar schouders en rug krijgen weinig zonnestralen te verwerken. De alhier ontmoette Zeeuwen waren al vlijtig bezig geweest de eerste vormen van bewijsvoering te verzamelen. Het zal vanavond vermoedelijk nog duidelijker zijn, want het is vandaag heerlijk weer. Voor mensen die nietsdoen tenminste. Voor wielrenners weet ik het niet zo, maar ‘afzien’ en ‘er doorheen zitten’ schijnt er ook bij te horen. OK, ieder diertje zijn pleziertje.
Naast het al eerder bekeken weerbericht had ik via een vroege blik uit het raam al gezien dat het zonnig ging worden. Daarom een foto aan de serie toegevoegd. Ik was mooi op tijd, want als ik een half uur later op dezelfde plek een foto had gemaakt, zou de lens waarschijnlijk brandwonden hebben opgelopen. Het is bijna tijd het zonnebaden in de buurt van het zwembad voort te zetten. Daarbij dien ik op te passen dat ik mooi rechtop blijf zitten, of dat ik op een ligbed plaatsneem. Zo voorkom ik dat mijn (bij gebrek aan een beter woord) spierbundels elkaar gaan overlappen en verschijnen er geen ongewenste witte strepen op mijn huid. (Die overigens niet verschijnen, want er is niets veranderd….)
Na 2 carajillos bij het zwembad en een aangename conversatie met een echtpaar uit Schotland even uit de zon en nog een paar regeltjes toevoegen. Zo realiseer ik mij wel enthousiast over dit hotel te schrijven, maar verzuimd heb de naam te noemen. Welnu, voor de nieuwsgierige aagjes: Hotel Roca Esmeralda. Ander boeiend weetje: bij het zwembad wordt geen keiharde boenga-boenga-muziek afgespeeld.
De man van het Schots echtpaar had nog een tip voor mijn ‘travel blog’. Hij had ooit in het Vondelpark Johnny Rep en Johan Cruyff de ene na de andere sigaret zien wegpaffen. Dit is weliswaar voor de gemiddelde Nederlander geen wereldnieuws, maar ik stel de geste van deze Schot wel op prijs.
Omdat de weersverwachting voor morgen niet zo geweldig is, ga ik nu maar weer rap terug naar de zon. Het is nog vroeg, maar dat vindt de gin-tonic, die ik nu ga bestellen, geen punt.
Reacties
Reacties
Leuk verhaal eyyyyy… de snok was in orde vandaag. We hebben geweldig genoten en een peute gas gegeven. Zo meteen maar weer genieten van onze hersteldrankjes
Leuk stukje! Er zaten vandaag heel veel stukjes spoorbaanpad in!
Je bent er maar druk mee ; met nietsdoen.
Wat kan niets doen toch leuk blijken te zijn.
Het is allemaal niet zo moeilijk, maar je moet 't wel zien.
en wat een feest, 4 verhalen op 1 dag. Op naar de laatste
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}