FraLa-Op-reis.reismee.nl

Algarve(2)

Na mijn tripje langs de kust dus bijtijds terug in de B&B van Christopher & Tina. Qua naam dacht ik oorspronkelijk met Britse onderdanen te maken te hebben, maar zij zijn van Duitse komaf. Erg prettige lui en prima gastheer/-vrouw.

Na het tikken van mijn vorig verslag even buiten gespeeld. Het stel uit Gorinchem, dat ik inmiddels ken als Sietske en Peter, zat daar een sigaretje te paffen. Zij bleek verpleegkundige en houdt zich (o.a.) bezig met mensen met meerdere beperkingen. Doof EN blind bijvoorbeeld en dat vergt het opdoen van hetzelfde geurtje. Peter is huisschilder en heeft daar een handig formaat voor. Menig plafond schildert hij m.i. vrolijk uit stand. Zij zouden in het nabijgelegen OlhĂŁo gaan eten en ik heb mij spontaan opgedrongen als gezelschapsheer. GedrieĂ«n naar een tent waar zij al eerder hadden geknabbeld en na het aldaar gebodene te hebben genuttigd, snap ik dit herhalingsgedrag volkomen. Ik had gekozen voor een combinatie van vlees en vis. De vis was stiekem vervangen door tal van schelpdieren en een aantal forse garnalen. Erg lekker en ruim voldoende. Blijkbaar weer zo’n restaurant waar men bang is controle te krijgen van een of andere inspecteur, die erop toeziet dat gasten niet met een hongergevoel vertrekken. De huiswijn zou ik graag als thuiswijn zien en (uiteraard) heb ik een Licor de Beirao bij de koffie besteld. Bij de B&B heb ik mij ontfermd over een resterend kloekje wijn. Mocht van Christopher
 Bleek – net als de eerder genoten biertjes – van het huis. Fijn huis dus.

Volgende morgen weer samen met alle andere gasten ontbeten. Dat was wederom wat de Duitsers ‘reichhaltig’ noemen. En Christopher verhaalt er intussen lustig op los. Hij weet dingen over de Algarve, die de Algarve zelf nog niet eens weet. Er bleek en nieuw stel te zijn gearriveerd. Uit de Oekraine nog wel. In tegenstelling tot het in Lyon wonende stel Oekrainers, woonde dit stel in Oekraine zelf. Kennelijk ook een voorliefde voor Portugal, want zij waren ook al op de Azoren geweest. De vrouwelijke partner had de laatste keer waarschijnlijk een blinde kapper bezocht. Het kapsel zou ik “Koep toverbal” willen noemen. Zeker geen coupe. Er zaten tal van kleuren in en een vreemd soort paars overheerste. Zij spraken echter prima Engels en zo kon ik de kennismaking met mijn Oekraiense overburen delen. Voor wie dat heeft gemist: Ik had via Google Translate op “hartelijk welkom” in het Oekraiens geoefend, maar toen ik mijn huisvlijt op de arriverende overburen losliet, kreeg ik als commentaar: Sorry we don’t speak Dutch.

Na het wederom overvloedig ontbijt afscheid genomen van Sietske, Peter en de vriendelijke uitbaters en mij op weg begeven voor een vrij forse trip. Volgens Google Maps 391 km en 6 uur + 13 minuten. Kleine weggetjes. Dat spreekt. Dat impliceert dat ik voor Tom Tom steeds deelopdrachten moet invoeren, anders word ik rap naar een snelweg geleid. Vooral in het begin van deze tocht was de begroeiing vooral laag. Ik denk daarbij aan kreupelhout, hoewel ik mij dan altijd afvraag hoe dat hout ooit kreupel is geworden. Het is daar een type bebossing waar ik everzwijnen verwacht. En herten, want die steken daar kennelijk over. Eekhoorntjes zal men er, denk ik, vergeefs zoeken. Dat vind je terug op de menukaarten daar. Bijna elk restaurant heeft er wel everzwijn op staan, maar eekhoorn ben ik nog nooit tegengekomen.

Om op deze route bij een kop-staart-ongeluk betrokken te geraken, moet je akelig goed kunnen timen. Amper verkeer dus. Ik zie wel met zekere regelmaat een bushalte. Soms op plekken waarbij ik mij geen andere reden voor een dergelijke halte kan voorstellen dan dat daar jagers uitstappen om op everzwijn te jagen. Hoe zij dan met hun eventuele buit weer in de bewoonde wereld terugkeren is iets voor nadere studie.

Behalve onbegrijpelijke halteplaatsen zie ik soms ook bouwseltjes, die men met een beetje goede wil een woning zou kunnen noemen. Althans dat zal ooit de bedoeling zijn geweest. Nu is de transitie van “onverklaarbaar bewoond” naar “onbewoonbaar verklaard” volkomen logisch. Zij vormen nu een lustoord voor lieden die graffiti leuk vinden


Bij een wat grotere plaats zie ik een soort burcht boven het geheel uitsteken. Er zullen vast wel mensen zijn die dan nieuwsgierig naar boven tuffen, bij die burcht parkeren en al dan niet na betaling van een kleine bijdrage om dit stukje verleden te behouden de trans bestijgen en daar de naderende vijand wensen te begluren. Volkomen tevergeefs uiteraard en dus rest weinig anders dan te kijken via welk kronkelweggetje men de burcht heeft bereikt. Het verrichten van dergelijke zinloze handelingen heb ik al geruime tijd achter mij gelaten.

Soms rijd ik door een plaatsje waar men al in Kerststemming is en de feestverlichting heeft aangestoken. Mijn Focus besluit zich aan te passen. Na het lampje over de bandenspanning krijg ik nu een heel verhaal voorgeschoteld en ik begrijp dat er iets met olie moet gebeuren. Na eindelijk een benzinestation te hebben bereikt, verklaart iemand met meer kennis van het Portugees, dat ik moet olie verversen. Maar niet daar. Ergens een vriendelijke inboorling gevonden en die bracht mij naar het industrieterrein en een aldaar in olie verversen gespecialiseerd bedrijf. Een uur later en een flink bedrag armer kon ik mijn reis voortzetten zonder met klotsende oksels achter het stuur te zitten. Met olie dient enige voorzichtigheid in acht te worden genomen. Helemaal in een streek waar ‘in the middle of nowhere’ een zeer populaire benaming is. E.e.a. betekende dat ik het laatste deel in het donker moest afleggen. Ik was inmiddels tot de vervelende ontdekking gekomen dat Tom Tom de straatnaam van mijn hotel niet kende. Ach dan pak ik “centrum” en daar zie ik ergens wel een bordje met verwijzing naar het hotel. Niet dus. Opnieuw krijg ik ‘in the middle of nowhere’ de boodschap dat ik de bestemming heb bereikt. Ik rijd nog wat door en kom bij iets wat lijkt op een oude vesting. Desgevraagd verwijst men mij rechtdoor. Focus blijkt net smal genoeg en na het afleggen van diverse proeven van bekwaamheid op het gebied van stuurmanskunst de vesting zonder kleerscheuren kunnen verlaten. Het hotel bellen bleek hetzelfde resultaat als bij de B&B. Antwoordapparaat. Nog maar eens vragen hier en daar. Soms kent men het hotel en krijg je in vloeiend Portugees uitleg hoe je daar moet komen
 Maar het is uiteindelijk gelukt. Net hotel en fraaie kamer. Alleen heeft men bij de verlichting vooral het element sfeer in de gaten gehouden. Op de laptop werken en scheren is gehannes in de schaduw.

Het inpandig restaurant bood vooral stoofpotgerechten. Daarbij loop ik het risico dat er allerlei zeer gezonde elementen in verwerkt zitten en daarvan kan mijn lichaam best wel eens schrikken. Na mijn welverdiende whisky, die extra aangenaam was door de daarbij gekozen kaas als borrelhapje, zat ik even later aan de patrijs. Eindelijk eens een portie waarbij niet een flink deel retour keuken ging. Het was ook slechts een halve.

Prima bed. Redelijk geslapen en ik tik dit nu in het ontbijtzaaltje. Raar broodje gegeten. Een soort kruising tussen wat wij onder broodje verstaan en een mislukte cake. Bekertje yoghurt en prima koffie maken van mij echter een tevreden mens.

Ik ga zo eens kijken wat ik in deze buurt allemaal dien te doen. Dit stukje gaat nu naar Reismee.

Reacties

Reacties

wim

een lekkere patrijs is altijd welkom lijkt mij. Edel mannen eten Herr Langenveld!

GJ

Ik vind dat we don’t speak Dutch hilarisch

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!