Andalusië Fuengirola
Eng hoor, dat gezonde gedoe. Sinaasappels en groenvoer eten en aanzienlijk minder whisky tot mij nemen dan gebruikelijk. Waarschijnlijk dat ik om die redenen gisteren een paar uur snipverkouden was. Het liep met stralen uit mijn neus en door dat orgaan ademhalen bleek buitengewoon lastig. En als dan ook nog eens een - naar ik heb begrepen - goed spelend Ajax niet te zien is…
Redelijk vroeg op pad. Ik wist dat tussen Tarifa en Algeciras een koffie- en broodjeszaak gevestigd was en dat er ook een uitkijkpunt (mirador) is. En jawel, ze waren al open. Heel vaag meende ik Afrika aan de overkant van het water te zien, maar het was een bewolkte ochtend en ik was bovendien pas ziek geweest (“geweest”, want verkoudheid had mij lang genoeg geduurd). Bij navraag bleek ik echter niet te ijlen. Voor alle zekerheid een ansicht gekocht. Toen die opname werd gemaakt, was er een braaf zonnetje. Ik vroeg aan de serveerster nog of men expres zulk akelig weer had bij de havens van Tarifa en Algeciras. Een truc om de mensen uit Afrika te ontmoedigen naar Europa te komen? De forse windstoten zouden Ineke “ik waai uit mijn slip” ontlokt hebben.
Volgende stop nabij Gibraltar. Mijn huurauto heeft de kleur van een rijpe banaan en daarmee die apenrots op leek mij vragen om moeilijkheden. (Wie dit niet kent, adviseer ik op You Tube Harrie Jekkers te zoeken en dan iets met een aap met een bril op). Maar een kiekje maken van die rots leek mij wel OK. Er is ook nog zoiets als een grens passeren en daar doen huurautolieden soms moeilijk over. In het aangrenzende La Linea de la Concepcion talloze straatjes doorkruist om een onbelemmerd uitzicht te vinden. Is uiteindelijk gelukt. Voor degenen die niet goed hebben opgelet, kan ik nog melden dat er enkele foto’s aan de fotoserie zijn toegevoegd en dat er nog toevoegingen zullen volgen.
Eerst verder naar Costa del Sol. Costa was er. De “del” kennelijk op vakantie en “Sol” was verstopt achter dikke wolken. Daarmee zakte mijn animo om naar beestjes te kijken. Die zijn bij dit weer allemaal naar binnen of schrijven een aanvraag voor overplaatsing. Eerst maar naar mijn ‘Hostal’ in Fuengirola. Niet in de laatste plaats omdat de straat waaraan Bioparc gevestigd zou moeten zijn bij Tom Tom weer eens onbekend was. (of ik heb met mijn meters dikke vingers weer eens een tikfout gemaakt). Volgende probleem was dat ik mij de naam van mijn hostal wel herinnerde, maar welke straat was het ook alweer? Heb ik vast ergens opgeschreven. Nadruk s.v.p. op “ergens”. Ik blijk dus een slordige 1.100 papiertjes bij mij te hebben en die zijn niet gesorteerd. Op goed geluk de richting genomen die ik mij van Google Maps herinnerde. Alvorens in Barcelona te belanden, achtte ik het tijd voor herbezinning en het doorspitten van de verzamelde werken met aantekeningen. Hielp in eerste instantie geen biet. Mijn onderbewustzijn riep echter iets van Hernan Cortes en dat gaf een goede bingo.
Nu vergeet ik zomaar, dat ik ook langs Marbella ben gereden. Daar kan ik intens verdrietig van worden en ik heb er amper iets van gezien. Hier wonen dus nogal wat mensen, die het in financieel opzicht niet slecht hebben gedaan. Ik fantaseer dan dat ik op een onbewaakt moment met mijn huurkoetsje bij een eetgelegenheid kom aanrijden. Daar word ik dan ontvangen door een man in maatpak, die mij beleefd vraagt of hij mij kan helpen de weg terug te vinden naar het plebs waartoe ik ongetwijfeld behoor. Ik arriveer immers niet per Bentley of tenminste nog een Jaguar of Range Rover.
Voor zover ik dat kon zien, wordt er nog steeds bij gebouwd. En hoger. Maakt het begrip “stapelgek” inzichtelijk.
Bij ‘mijn’ hostal is er een parkeergelegenheid en dat is hier geen overbodige luxe. Er stond bij aankomst echter een auto in de weg. Met mijn gebruikelijke mazzel vond ik om de hoek een plekje en kon ik braaf inchecken. Eenvoudige hut, maar met vriendelijke ‘gewone’ mensen. Gezien de talrijke foto’s van stierenvechters vermoed ik in deze tak van ‘sport’ een verleden. Men is weliswaar liefhebber hier, maar voor een gevecht zal men toch naar Madrid of Sevilla moeten. Er zijn nog wel enkele steden meer, maar de spoeling wordt dun.
Het weer is nu een stuk beter en ik denk dat ik maar eens richting boulevard ga wandelen. Men hoort nog. Hier ben ik weer. Nogal wat mensen rillen nu nog een beetje na. Die zagen mij in hemd met korte mouwen, terwijl zij zelf redelijk stevig ingepakt waren. Ook hier bleek de wind flink zijn best te doen. Niet overdreven ver gewandeld, maar dat zal men van mij ook niet hebben verwacht. Het was in ieder geval ver genoeg om te constateren dat er een grote keus is aan gelegenheden om een vorkje te prikken. Pal hiernaast is Indiaas. Wat verderop heb ik een Thai gezien en daarnaast een ratjetoe van Italiaans, Mexicaans en misschien nog wel meer. Grand Café De Kroon is ook present, maar ik wacht met bitterballen en kroketjes wel tot ik weer thuis ben.
Internet op de kamer is er uitgefloept. Zal wel met de wind te maken hebben. Resetten heeft ongeveer een halve minuut geholpen. In barretje beneden is er een andere ‘zender’. Zal daar mijn geluk eens gaan beproeven, zodat ik ook dit verslag weg krijg.
Ondeugdelijke missie. Ook latere pogingen mislukten. Ik kan er nu bij vertellen dat het eten van Indiase makelij was en voortreffelijk heeft gesmaakt. Nu snap ik eindelijk exact wat er met zuiglam wordt bedoeld. Daar heb je dus geen bestek of wat dan ook voor nodig. Een rietje misschien. Waarom weet ik niet, maar ik kreeg ook nog een whisky van het huis….
Morgen (vandaag op het moment van verzending) naar Bioparc om beestjes te kijken.
Reacties
Reacties
dit toetje zat nog tussen de mail, een meevaller
Nog een naam bedacht voor uitbater India's restaurant: Gladnasch Eren. In Amsterdam zouden ze er ongetwijfeld "Glad na scheren" van gemaakt hebben...
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}