Herfstbestemming
Niet dat het nu helemaal niets is, maar wat meer kleur en niet alleen groen lijkt mij aangenamer. Nu heb ik op een bepaald moment volkomen baldadig een aantal schapen gefotografeerd, puur omdat die niet groen waren. Dus een datum in oktober plannen als ik weer eens deze kant opga.
Zoals gebruikelijk had ik een toeristische route uitgestippeld en daar was weinig mis mee. Vooral de A137 ten noorden van Pamplona was zeer fraai. Probleem: het leek dat half Navarra van dat feit eveneens op de hoogte was en daardoor had het wel iets weg van file rijden. Kilometers lang achter een oude ‘snoek’ aangereden. Opeens stopte de complete sliert, dus kennelijk hoorde men bij elkaar. Wellicht raften of kanovaren, maar dan zouden ze die dingen wel moeten huren want je verstopt dat soort zaken niet eenvoudig in je kofferbak.
In plaats van echte bergen is hier eerder sprake van flinke heuvels. Qua bochtenwerk maakt dat echter weinig uit, dus in slaap vallen blijft riskant.
Mooie hut geboekt. Eenzaam ergens in het groen. Er is hier een snelstromend watertje en dat maakt een klere herrie. Manuel, de eigenaar, had rap door dat hij zich niet in allerlei bochten hoefde te wringen om mij e.e.a. in het Engels uit te duiden.
Na aankomst eerst een Bitter Kas en wat vleeswaren. Daarna een plaatsje met een vrij lange zelfs dubbele naam bezocht. Doneztebe en nog wat. ‘Moest’ ik bekijken van de Catalanen van mijn vorige nachthok. Was niet overweldigend, maar toch best geinig. Bar waar zo’n meter of 10 tot 15 met tapas en pinchos te bewonderen zouden zijn toch maar niet gaan zoeken. Dineren schijnt in mijn stekkie van heden zeer de moeite waard en dan vooraf mijn trek bederven…
Geldt uiteraard niet voor mijn dagelijkse Schotse medicijn. Over medicijn gesproken. Ik moet in NL op zoek naar een arts die mij uit gezondheidstechnische overwegingen voorschrijft minstens een keer per jaar naar Yosa de Sobremonte af te reizen. Prettig als je zoiets bij je ziektekostenverzekeraar zou kunnen declareren. Maar volgens mij zouden die gasten het er nog uithalen ook.
Enkele weken terug had het AD in het weekeind-magazine een artikel over Baskenland. Ging weliswaar voor een belangrijk deel over het kamperen hier, maar ook over algemene zaken als de overal fantastische keuken, de eigenwijsheid, de trots, de tradities, de taal enz. enz.
Taal is trouwens een complete tongbreker. Voor zover mij bekend hebben slechts Tamils een leniger tong. Magazine aan Manuel overhandigd. Gaat er met een vertaalprogramma mee aan de slag. Kreeg prompt nootjes bij mijn daaropvolgende consumptie, maar dat kan toeval zijn geweest.
Kort voordat ik terugkwam van dat Donez-plaatsje was me toch een onweersbui losgebarsten. Niet normaal meer. Ik had zo’n beetje voor de deur een parkeerplaats, maar ook vanaf dat plekje had je toch echt zwemdiploma C nodig om veilig de voordeur te halen.
Zojuist mijn bestelling geplaatst. Er werd mij aanbevolen uiensoep te bestellen. Doe ik niet moeilijk over. Hoofdgerecht zou volgens mij een soort varkenshaas moeten worden, maar ik laat mij – zeker in Baskenland – graag verrassen. In het eetzaaltje – het lijkt of je middenin het bos zit – zijn nog 4 stellen. Eerst aanwezigen komen uit Vizcaya, dus die spelen zo’n beetje een thuiswedstrijd. Eehh, dus ook door regen overvallen, maar geen auto om in te schuilen bij de hand. Basken zijn echter ook qua uithoudingsvermogen en aanverwante eigenschappen een redelijk apart volk. Miguel Indurrain, voormalig Tour de France winnaar (o.a), schijnt in deze buurt dagelijks te hebben getraind. De afgelopen periode nogal wat ‘heuveltjes/bergjes’ in ogenschouw genomen en heb mij wederom verbaasd over de bedwingers van deze ellende. Net als die Camino-wandelaars. Ergens aan de kant van de weg zie ik dat de afstand tot Santiago de Compostella nog ‘slechts’ 820 km is. Om de hoek dus…
“Zien is kennen” was de naam van een vogelgids. Misschien nog steeds. Bij “zien” kan ik mij in positieve zin diverse voorvoegsels voorstellen. INzien, DOORzien, ONTzien, OPzien, AANzien, BEzien, VOORzien, TOEzien, maar AFzien hoort daar duidelijk niet bij. De lol van allerlei spiermassa’s tot in de kern gevoelens van pijn te laten waarnemen, ontgaat mij volledig. Het was mij in het Baskenland al eerder opgevallen dat ook mensen van middelbare leeftijd (zou ik nu eigenlijk ’jonkies’ moeten noemen) daar totaal anders over denken. Pijn is fijn, lijkt hun adagio. En om voldoende pijn op te wekken, fietst en wandelt men tegen bergen op. Zij doen maar. Als ik maar niet mee hoef te doen.
Reacties
Reacties
mooi verhaal, en nog veel plezier en bekijks.
Wij “plattelanders” moeten geen gekke dingen doen. Veel plezier
Ik geniet weer mee.
No pain no gain en dat klopt ook nog, al wandelend kom je op de mooiste plekken.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}