To Wilderness and beyond
Laat ik eens de kilometerstand noteren voor vertrek, dacht ik. Waar de stand normaliter stond aangegeven, werd ik nu op de hoogte gebracht van het feit, dat er iets niet 100% was met de spanning van de banden. Nu munt deze vakantie uit door het ontbreken van spanning, maar dat zoiets overslaat naar de banden van een huurauto was nieuw voor mij. Echt plat zagen de banden er nog niet uit, dus het ophalen van Gary op Wilderness 19319 leek mij redelijk verantwoord. En dan ergens bij een pompstation extra lucht laten aanrukken. Gary bleek echter over zijn eigen aan- en afvoertroepen m.b.t. lucht te beschikken. Scheelde weer een stop. Er lagen immers nog meer dan voldoende stops in het verschiet. Voornamelijk om foto's te maken, maar ook om de Ford van nieuwe bedrijfssappen te voorzien en de inwendige mens te versterken. Reeds na een klein uur begon de omgeving er aanzienlijk aantrekkelijker uit te zien. Het weer hielp ook nog een handje. Heerlijk zonnig en redelijk helder. Naarmate wij verder boven zeeniveau kwamen, kreeg ik een beetje het gevoel alsof wij als een soort Heer Bommel en Tom Poes in de Oude Schicht op weg waren om avonturen te gaan beleven. Onze Fusion is echter verre van oud en evenmin een schicht. Wie dat wel wenst te zijn, mag gezellig babbelen met de Highway Patrol, of met een plaatselijke, geniepige sheriff, die daar waar het even heuvel af gaat met zijn laser-gun ‘tickets' probeert te scoren. Voorts gingen wij niet richting Zwarte Bergen. Het leek soms wel iets blauw. Vreemde wezens of enge beesten kruisten ons pad ook al niet dus het Toonder-gebeuren was beperkt. Maar we gingen toch het onbekende tegemoet (althans ik, want Gary was al enkele keren deze kant op geweest). Het eerste van diverse te bekijken meren was het Silver Lake. Op een wegenkaartje zie je bij dat meer de naam Kit Carson staan. Routeplanner kent het wel als plaats, maar als je vervolgens een straatnaam probeert in te voeren, heb je een probleem. Ben er uiteindelijk achter gekomen dat alleen 88 (nummer van de highway aldaar) in te voeren was. Volgende meer, Caples, was eigenlijk nog wel zo aardig. Je zat er dichter op. Je kon kijken naar en slap OH-en met vissers en wat ik persoonlijk redelijk amusant vond, was het feit dat je in het glasheldere water joekels van vissen (ook forel) zo'n beetje geeuwend rond het aas van zo'n hengelaar zag zwemmen.
Gary zat niet klappertandend van angst naast mij, dus dat scheelde ook weer. In Bridgeport werd het tijd iets te gaan nuttigen. Gary aan de Quarter Pounder + frites en ik zat voor mijn doen redelijk gezond aan een salade met BBQ-kip. Met de hoeveelheid kip was niet kinderachtig gedaan, dus redelijk gevuld kon de weg worden vervolgd. Niet zo gek veel later kwamen we bij Lake Mono (of Mono Lake) aan en dat was zeer van de aparte. Deed een heel klein beetje aan Bryce Canyon denken. Maar met de nadruk op heel klein beetje. Er is iets met het water daar en dat heeft te maken met zout, of iets wat daar veel van weg heeft. Zwaar geïnteresseerden verwijs ik op dit moment even naar Wikipedia. Het resultaat is in ieder geval allerlei raar gevormde gesteentes in enaan de rand van het water. Tufa heet dat. Zeer bizar. Er schijnt geen vis in dit meer te leven, maar wel een soort bremzoute garnaal. Daar zijn in de vogelwereld echter ook liefhebbers voor. Soort Kluut, met zo'n omploegsnavel. En er was ook nog iets met vliegen, maar daar was ik niet zo gek nieuwsgierig naar.
Na dit voorlopig hoogtepunt verder richting Mammoth Lakes. Baldadig onderweg daarheen zelfs van achter het stuur enkele kiekjes gemaakt. Eerst voorbij ons motel gereden, maar op de terugweg was het raak. Zwembadje voor kabouters, maar aangezien het al knap begon af te koelen, deerde mij dat weinig. Een korte blik naar de overkant van de weg leerde dat zich daar een nette Italiaanse knabbeltent bevond en dat betekende dat de meegebrachte whisky al vlot na aankomst zijn eigen meertje in mijn maag mocht vormen. Gary is op alcohol-gebied redelijk matig. Het meertje werd dan ook niet veel. Piepklein plasje. Weg dus maar overgestoken en op de vraag 'binnen of buiten' toch maar voor binnen gekozen. Gary had zijn Quarter Pounder nog vrij stevig op de maag liggen en koos bescheiden voor een soepje. Ik koos iets waarvan ik het idee had er de kleinste hoeveelheid sliertjes bij te krijgen. Ben nooit zo intiem geweest met dat breiwerk. Werd Parmazaanse kip. Was weinig mis mee, hoewel toch nog vrij veel pasta. Voorts ijswater. Wijn à $.7,00/glas smaakt mij niet zo.
Getweeën in shorts toch nog even door de frisse avondlucht gekuierd. Al was het maar om eventuele alternatieven te beoordelen, want wij moeten morgen toch ook iets knagen. Wel iets gezien met de tekst Bakkerij, dus daar zal wel een Hollandse achtergrond aan kleven. Misschien moet ik daar vrijdagochtend dan krentenbollen of een heel bruin voor Helly gaan ophalen... Morgenochtend maar eens verder snuffelen in deze wereldstad. Voorts staat een ‘scenic loop' en een bezoek aan een ‘minaret'(?) alsmede de Devil's Pillage op het programma.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}