Ook de duinpannetjes worden nat
In Viveiro, eigenlijk Celeiro (en dat verklaart waarschijnlijk het gehannes met straatnamen niet kunnen vinden) had ik een zeer braaf hotel. Mooiste kamer tot op heden, maar geen beste matras en zoiets verziekt de boel nogal. En als je naar buiten kijkend constateert dat het zwaar bewolkt is en ook nog regent, is dat na het gestoei met die matras een slecht begin van de dag. Zoals gebruikelijk stelde het ontbijt niet veel voor, maar ik ben tamelijk makkelijk op dat gebied. Goeie carajillo vergoedt veel. Helaas was dit exemplaar door het Dominicaans snoepje van de week bereid en misschien dat ze ‘m daar op Hispañola lekker vinden, maar ik vond het niets. Niettemin het ontbreken op de nota van de twee de avond ervoor genoten gin-tonics gemeld. Snoepje blij. Nu wordt ze niet terug gestuurd naar haar eiland van herkomst.
Later op de ochtend begon het weer enigszins op te klaren en daarmee mijn humeur ook. Helaas waren de opklaringen niet dusdanig dat iedereen driftig op zoek ging naar zonnebrandspullen en er gevaar voor filevorming richting strand bestond. Maar er viel iets blauws aan de hemel te bespeuren en het betrof geen Smurf. Afgezien van het matige weer was daarnaast flink oefening gewenst in het opvangen van glimpen. Af en toe ving ik een glimp op van een stukje kust. Nu is Spanje – zeker aan de Middellandse Zeekust – redelijk onzorgvuldig met de kustlijn omgesprongen. Hotels konden soms niet hoog genoeg zijn om toch maar zoveel mogelijk gasten (van het hotel dan) van het uitzicht op zee te laten genieten. Dat de rest van de wereld slechts tegen hotels en andere ongein-constructies aan dient te kijken is een kwestie van “Jammer”. Ik denk nog wel eens terug aan mijn hotelbaas van weleer. Dat hotelletje kon met geen mogelijkheid een kamer met zeezicht bieden. Veel te ver van het strand. Leep Spaans baasje had een forse verzameling slordige schilderijtjes van zeegezichten op de kop getikt en die in de kamers opgehangen.”Alle kamers hebben hier zeezicht”, meldde hij mij vergenoegd.
Vandaag had ik wel zo’n schilderij kunnen gebruiken. Flinke stukken met groene weggetjes overgeslagen, want veel verder dan glimpen opvangen was ik halverwege de af te leggen afstand niet gekomen. Ook aan parkeer- dan wel stopplaatsen was er een chronisch gebrek. Maar elluk nadeel hep se voordeel. Ik was mooi vroeg in Fisterra en kon nog iets bestellen uit de keuken. Dat is een ferme schotel in knoflook klaar gemaakte garnalen geworden. Was ik wel even zoet mee. Bij aankomst was ik trouwens betrokken bij een toppunt van decadentie. Mijn carajillo (moest dit keer wel een goeie zijn), waarop ik mij al geruime tijd had zitten verheugen, werd gemaakt met Carlos I. Zo’n luxe brandy heb ik begin jaren 70 eens aangeboden gekregen door een zeer welgesteld iemand. Je betaalde er destijds toch rap 50 gulden voor. (Remy Martin was goedkoper.) Wel een beetje te gek om dat in je koffie te doen. Zoiets moet je puur drinken. Maar ja, ze konden die andere fles(sen) even niet vinden.
Op de kamer wat met de lap-top gestoeid. Ik constateerde dat er sprake was van bloedarmoede. Zat nog maar weinig ‘jus’ in. “Grap” is dat er geen enkele lamp gaat branden als je niet iets wat aan je kamersleutel hangt in een gleufje steekt. Handig hoor, want als je je kamerdeur wilt afsluiten, moet je dat dus in het donker doen… Nu blijkt dat niet alleen de lampen niet gaan branden, maar dat ook de stopcontacten stroomloos zijn zonder kaart in gleuf. Accu wordt dus niet opgeladen. Hotel van gisteren was ook zo modern. Lap-top nu dus stevig aan de beademing gelegd via een stopcontact waar ook de TV op aangesloten is. Die heeft geen boodschap aan dat gleufje.
Vanuit dit (ook erg nette) hotel nog even een sprintje getrokken (per auto uiteraard) naar de vuurtoren aan het eind van de wereld. Was geen spat veranderd sinds 2012. Ondanks het hondenweer toch nog flink wat Camino-wandelaars op pad. Snap net zomin als in 2012 wat deze mensen bezielt. Is ’s avonds gezellig elkaars blaren doorprikken het toppunt van saamhorigheid beleven? Soms kan ik de gelaatsuitdrukking zien en die straalt zelden blijheid uit. Ik was vandaag ook niet superblij, maar ik heb geen last van blaren.
Ga ik vandaag ook niet op mijn tong krijgen. Beneden is een roedel net in het pak of mantelpak gestoken BMW-SUV-rijders iets ongetwijfeld zeer belangrijks met elkaar aan het doornemen. Ik spreek hun taal niet. Zal er ook op papier verder het zwijgen toe doen. Misschien morgen, als het naar Portugal gaat, meer stof om over te schrijven. Duim maar.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}