Bonito
Vandaag niet zo’n gek enerverend gebeuren. Kleine ruzie met Arantxa, omdat ik geen flauw idee had waarom ik ergens links- of rechtsaf moest slaan, terwijl mijn bestemming een kwestie van rechtdoor karren was (hetgeen ik dus ook gedaan heb). Olijk zitten gniffelen om een verkeersbord. Betrof zo’n exemplaar waarmee je gewaarschuwd wordt voor een bochtige weg. Daar komen ze (de Spaanse RWS-jongens) dan mee aanzetten als je net 321.000 bochten achter je kiezen hebt. Andere verbazing: Ik laat het Polo-tje weer eens van bedrijfssappen voorzien (dat wordt hier in Spanje nog voor je gedaan) en ik zie op een metertje dat ik over 660 km weer moet tanken. Viel mij iets tegen. Pakweg 50 km verder geeft datzelfde metertje aan dat ik over 900 km moet tanken. VW heeft duidelijk moeite met inhoudsmaten berekenen als het autootje alsmaar heen en weer gaat. Bochten werden op een gegeven moment minder en even later ontwaarde ik de zee. Helaas was de route niet pal langs de kust, maar er dicht genoeg bij om ergens eens een blik te werpen op een plaatselijk strand. Iets met Cathedralen in de naam. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. Ik ga daar niet eerder (in de oceaan) zwemmen dan het moment dat de lift naar (en vooral VAN) het strand het doet.
Bij mijn vertrek uit Piornedo (incl. ferme afscheidskus) was het winderig, fris en matig bewolkt. In Asturias begon het aanzienlijk zonniger te worden en terug in Lugo was het ook prima. Met de exacte ligging van mijn hotel van heden had ik wat problemen. Straat was onbekend en meer van dat soort ongein. Arantxa doet daarnaast uitermate overdreven als het gaat over alternatieve routes. Bij het rijden langs de kust vond ik het totaal niet nodig om zo’n autopista te gebruiken. Een zogenaamde Nacional is zat en dan kan je er vaker af om een strandje te bekijken. Maar i.v.m. mijn eindbestemming werd er steeds getoeterd dat ik naar de autopista moest. Om aan dat gekakel een eind te maken bedacht ik om te verzoeken om een alternatieve route. Dat zou dan toch wel die Route Nacional worden. Niet dus. Ik hoefde nog net niet via Parijs, maar mijn hemel wat een omweg. Armoe troef dus toch weer. Vette meevaller was dat bij het naderen van Viveiro er een bord langs de kant van de weg stond met de naam van mijn hotel. Verder dus geen hulp nodig. Nette hut vandaag, maar ze schenken er wel biertjes uit de tapkast van Ryanair (20 cl.). De whisky’s die ik zag staan, waren allemaal malt’s. Kopschuwheid nam toe. Restaurant stond op het punt te sluiten. Portie ham of ander lekkers? Jammer, maar helaas. Snoepje achter de bar was donkerder dan gemiddeld Spaans en i.v.m. haar afkomst (Dominicaanse Republiek) ook niet zo verwonderlijk. Ik zag er waarschijnlijk erg zielig uit, want zij kwam opeens met een schoteltje. Betrof een streekgerecht. Een soort soep met bonen en (in dit geval) enkele mosseltjes. Toevallig was ik daar gisteravond ook al mee verwend. I.p.v mosseltjes zat er wat chorizo in die soep. Maar bonen blijven bonen en (zoals zoveel groenten) geen lievelingskost van mij. Knabbeldeel van hotel zou pas 21.00 uur weer open gaan. Kreeg al eerder echt trek en ben op avontuur gegaan. Neus achterna en bij een haven terechtgekomen. Bij een neringdoende naar binnen gewipt en geïnformeerd of ik daar iets vast’s kon nuttigen. Hij wees op een potje in een soort vitrine en dat zou ik wel kunnen bestellen. Het potje was van glas en de inhoud deed mij denken aan een op sterk water geplaatst orgaan van een overleden iets. Volgens de barman erg lekker. Laat ik eens dapper doen, dacht ik. Na enige tijd komt barmans weer te voorschijn met een aantrekkelijk ogend bordje met daarop iets wat mij nu meer aan tonijn deed denken. En daarmee was ik zeer ‘warm’. Het schoteltje bevatte daarnaast wat (onvermijdelijke) paprika en enkele uien die mij aan Kroatië deden denken. Heerlijk pittig. Nadere discussie maakte duidelijk dat dit gerecht inderdaad van een vis afkomstig was en niet bepaald een kleintje. Na het schoteltje met smaak te hebben leeg gemaakt, kon ik meteen om de hoek bekijken hoe deze Bonito (zo noemen ze dit beest) er tijdens zijn leven ongeveer heeft uitgezien. Ferme jongen van zo’n meter en soms meer lang. Past dus helaas niet in mijn koffertje.
Mij bij barmans lovend uitgelaten over deze lekkernij en bij het afscheid nemen waren zijn tranen niet ver weg meer. Heerlijk om mensen blij te maken. Ja toch. Was in dit geval niet zo moeilijk. Aan een tafeltje bij de ingang zaten een aantal mannen te kaarten. Dolle boel met van die plastic flesjes water. Ik meende 1 speler een wit wijntje te zien wegwerken. Van die gasten die de hele middag zitten te waterbuffelen voor een kwartje of zes. Komt er zo’n mongool als ik binnen en die bestelt een ferme hap en spoelt dat weg met 2 whisky’s. Als je die ziet vertrekken hou je het moeilijk droog.
Niet meer aangeschoven in het vanaf 21.00 uur weer geopende restaurant. Wel nog even naar beneden (Ik zit 2 hoog, maar er is een lift. Met commentaar in 2 talen…) voor een gin tonic. Die dingen smaken mij om de een of andere reden hier nog beter dan thuis. Aan de babbel geraakt met een Nieuw Zeelander. Boeiende figuur. Als ik een paar decennia jonger was geweest, hadden wij elkaar misschien zelfs zakelijk een plezier kunnen doen. Nu was het een leuke manier de tijd te doden. Ik zie dat dat aardig is gelukt. Bijna tijd om te ontbijten. Later (weer) meer.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}