FraLa-Op-reis.reismee.nl

Dag 4 in Catalonië

Medisch onderlegde mensen en gezondheidsridders zullen het wel toejuichen dat ik heden aan de wandel ben geweest. In Aran Park (www/parc-animalier-pyrenees.com). In tegenstelling tot het park bij Santander (Caberceño) dien je hier dus tussen de verblijven gewoon te kuieren. Ik had het donkerblauwe vermoeden hier al eens langs te zijn geweest en bij naspeuringen bleek dat te kloppen. Maar toen (november 2017) kwam ik van de andere kant. Uit Frankrijk dus. En ook de reden waarom ik destijds niet ben gestopt voor een bezoek, kwam braaf bovendrijven. Er is nogal wat hoogteverschil te overbruggen. Geen punt als de auto het zware werk doet, maar op eigen kracht… Valt voor mij in de categorie “pijn is fijn en bloed moet”. Een stelling die ik dus niet onderschrijf. ‘Normale’ mensen merken waarschijnlijk niet eens dat het af en toe omhoog gaat. Jonge kinderen doen e.e.a. zelfs dartelend. Ik zie daarentegen stevig af. Zal ook wel iets met die COPD te maken hebben. Maar wie van de natuur wil genieten, zal af en toe concessies moeten doen. Geen spijt van.

Je merkt bij een dergelijk bezoek dat de mens (althans ik) een beetje zot is. Ik ga dus een edelhert fotograferen. Alsof ik zoiets nooit eerder heb gedaan en bij flink zoeken niet een fors aantal foto’s van deze diersoort boven water kan krijgen. Je weet dat je al ‘tig’ foto’s van die beesten hebt, maar toch vrolijk verdergaan met kiekjes maken. Maar ja, zo kan je alles wel belachelijk maken. Nooit eerder een berglandschap gefotografeerd? Tuurlijk wel. Geen enkele reden het niet nogmaals te doen.

Redelijk apart vond ik de gieren, die braaf in gelid op een boomtak zaten. Heb ik dan ook maar aan de Flickrserie toegevoegd. Dat geldt niet voor de ijverige otter. In tegenstelling tot zijn soortgenoten in Natuurpark Lelystad, liet dit exemplaar zich gewillig zien. Er was ook een tweetal beren te bewonderen en de medewerker van het park, die toevallig aanwezig was, wist te vertellen dat er nog zo’n 50 van die bontjassen in het wild voorkomen. Zoveel zie je er in Caberceño ook als je de tijd neemt ze te tellen.

Wolven zijn ook altijd vlijtig. Is niet zo gek als je bedenkt dat zij een territorium van zo’n 3.000 vierkante kilometer hebben. Las ik. Er was één gebied waar allemaal witte wolven rond huppelden. Ik kan de manier van lopen van wolven moeilijk anders omschrijven. Ik vond deze club (ik zag zeker 4 exemplaren) ergens een beetje zielig. In het aangrenzende verblijf liepen namelijk tal van smakelijk hapjes rond. Categorie Bambi. Meer dan ernaar kijken kon dit mini-roedeltje echter niet. Ergens rechts van de te volgen route bevonden zich ook nog twee grijze wolven. Men kan mij foppen en deze vervangen door twee stevige Duitse herders. Wel netjes dat zij zich rechts van de route bevonden, want zo konden de lynxen mooi links worden bewonderd.

Na het parkje te hebben verlaten even doorgereden naar de grens. Daar waren nogal wat blije figuren, die allemaal de ‘col de weetikveel’ hadden beklommen. Toegegeven, een prestatie van formaat. Heel stout een tiental meters Frankrijk in gereden en toen de col weer naar beneden gepakt. Gisteren had ik ergens een bordje gezien met zo’n fototoestel erop. Bij nadere inspectie zag ik dat daarvoor nog 9 km moest worden afgelegd en daar had ik gisteren dus geen zin in. Vandaag een kwestie van nieuwe kansen, nieuw geluk. Via een slordig onderhouden weggetje kwam ik bij een vrij forse parkeerplaats. Eh, ja en nu? Gelukkig was er een houten hutje met daarin een vriendelijke dame, die mij wist te vertellen dat ik naar een kerkje kon lopen en vandaar met een treintje naar een waterval. Kosten €.2,-. Argwanend ventje als ik ben rap geïnformeerd of dat voor heen en terug was. Niet dus. Schade liep dus op naar €.4,-

Waterval bleek niet onaardig en het restant van de afstand daar naartoe was zelfs voor mij overbrugbaar. Terug naar de halteplaats van het treintje ging het weliswaar weer licht bergop, maar ik was intussen iets getraind. Bij Viella nog wat kilometers zuidwaarts gestuurd, maar aangezien ik daar morgen ook langs kom en ik toe was aan een biertje, de route richting nachthok verlegd.

In het hotel weer vergeefs geprobeerd een foto bij Reismee te krijgen. Leuk dat ik er nog iets van 4.000 kan plaatsen zonder te hoeven bijkopen, maar als ik ze niet kan downloaden, mogen het ook 400.000 foto’s zijn. Je hebt er niets aan. Het album Catalonia bij Flickr gelukkig wel kunnen aanvullen.

Met hotelbaas weer naar Vuelta gekeken en Kruiswijk verdienstelijk zien eindigen. Op terras wat na zitten bieren en dit verslag ingeklopt. Kamer heeft geen airco. Is ook niet echt noodzakelijk, maar een terras heeft toch meer frisse lucht. Nu wel oppassen dat ik boven niet weer in slaap kukel. Ouderdom mag dan met gebreken komen, maar men moet niet overdrijven. Verder gaat hier alles van een leien dakje. Andere dakbedekking zie je hier nauwelijks. Misschien dat daarom het rivierwater een beetje grijs is???

Derde dag Catalonië

Gisteren met enige spijt afscheid genomen van mijn hotelbaas in Riudarenes. Het was daar aangenaam vertoeven. Aldaar ook nog een primeur beleefd. Sleutel van de kamer op de kamer laten liggen. Probleem was snel opgelost en even later kon ik beginnen aan de 343 kilometer die mij scheidden van de volgende halte in Les.

Voor een belangrijk deel had deze route mij bekend voor moeten komen, want het is ook de route naar Andorra. Ter verdediging voer ik aan dat wegen sterk gemoderniseerd zijn en dat de laatste keer dat ik van de Costa Brava naar Andorra reed, een slordige 37 jaar geleden is geweest. Voor de meekijkers: Sant Hillari de Sacalm, Vic (of Vich), Ripoll, Ribes, verplichte omweg naar La Molina alwaar een carajillo genuttigd en sanitaire stop, Seo de Urgel, Sort en verder over C-13 naar Viella (Vielha op zijn Catalaans) en dan het laatste stukje via Bosost naar Les.

Het onderweg te aanschouwen natuurschoon bleek vele malen .mooier dan ik in herinnering had. Zoals gebruikelijk is dan het aantal parkeerplaatsen om e.e.a. te fotograferen volmaakt ontoereikend en als er dan toch eens een keer een plekkie is, valt het uitzicht daar nu juist een beetje tegen. Zo kon ik nog een beetje filosoferen over de borden met waarschuwingen voor overstekend wild en de donkere vlekken op de weg, waar deze waarschuwingen niets hadden geholpen. Die vlekken waren niet veroorzaakt door het plat rijden van een eekhoorn.

Mijn hotelkamer blijkt van bescheiden proporties, maar aangezien ik alleen ben, is dat te overzien. Snel terug naar receptie, want ik was vergeten de Wifi-sleutel te vragen. Uitzending van de Vuelta bleek aan de gang. Op groot scherm in eetzaal zitten volgen. Stuwmeer nabij Riaño herkende ik. Het aangename met het praktische combinerend, plaatste ik een bestelling voor een biertje en een schoteltje gemengd. Kaas, worst en ham. Biertje op een gegeven moment vervangen door een whisky. En toen nog maar een, want ik had mijn schotel nog niet leeg.

Met Wifi-sleutel bleek de verbinding via internet met de buitenwereld nog geen reden tot het roepen van hosanna. Met irritante regelmaat was de verbinding weg. (Heel iets anders dan een verbindingsweg) Vermoeiend. Vandaar dus even plat gegaan. Dat liep dusdanig uit de hand dat ik wakker schrok toen de eetzaal op het punt van sluiten stond. Dag diner! Geen puf het toch nog beneden of elders in deze wereldstad te proberen. Pyjama aan. Niet zo gek dat ik rond 04.00 uur wakker was en nieuwe pogingen in het werk kon stellen iets met internet te doen. Overigens is mijn idee om beneden tijdens het ontbijt te profiteren van een betere verbinding volgens de zoon des huizes niets waard. Straks dus toch boven nog even proberen of ik dit verslag weg krijg. Het ontbijt bestaat hier uit twee sneetjes stokbrood, 1 x kaas en 1 x ham, een croissant met veel perzikjam, een grote fles sinas, wat voorverpakt spul en – hoera – een carajillo. Wel een leuk zaaltje. Ik kijk uit op een snelstromend watertje. Kennelijk veel modder meegenomen, want het ziet er nogal grijs uit.

De lucht gelukkig niet zo. Ben van plan hier in de buurt naar een tuin te gaan, waar ze dieren uit de Pyreneeën tonen. Inclusief, beren, wolven en lynxen. En daarna zie ik wel. Ondanks geringe hoeveelheid spannende belevenissen van gisteren toch flink wat bij elkaar ge-OHt. Men zal het er mee moeten doen.

Tweede (volle) dag in Catalonië

Met de verduistering van mijn kamer bleek weinig mis. Zat dus pas rond 8.45 uur aan het ontbijt. Dat was, zeker voor Spaanse begrippen, prima verzorgd. Jus, lekkere koffie (geen carajillo), 2 soorten brood, warme en koude melk, cereals, fruit, een gekookt eitje en forse keus qua beleg. Ook ham J

Gezellig ingerichte eetzaal trouwens. Zal morgen een foto maken. Volgens de hotelbaas kon ik de wegenkaart, die ik aan het bestuderen was, gerust weggooien. Hij zou mij wel een mooie route voorkauwen. Omdat de weersverwachting voor heden niet daverend was en ik oorspronkelijk een vrij forse etappe had uitgekiend, leek mij zijn advies iets om op te volgen.

Nieuwsgierige aagjes – en wie behoort daar niet toe – kunnen de volgende plaatsjes via Google Maps bekijken: Hostalets d’en Bas, El Far en nog wat, maar in richting volgende plaats, zijnde Rupit. Via Olot naar Santa Pau. Terug via Olot naar Castellfollit de la Roca en Besalu en vandaar retour naar Riudarenes, waar mijn hotelletje is.

Op zich allemaal alleraardigste plaatsjes, maar bij de meeste ervan diende voor uitvoeriger verkenning de benenwagen te worden ingezet. Mijn benenwagen heeft sinds geruime tijd geen enkele behoefte meer aan het maken van overuren. Terwijl ik dit zit in te kloppen, bezondig ik mij in het tapaspaleis van gisteren aan een nieuwe portie ‘lomo con tomatos’. Varkensvlees met tomaten. Misschien hebben ze gisteren een fout gemaakt en indien dit niet het geval is, zit ik vandaag opnieuw voor minder dan €.3,- een stevig fundament te leggen. Ga hooguit nog een portie tapas bestellen…

Benenwagen dus slechts daar ingezet waar ik bijzondere dingen verwachtte. En ook in Besalu, waar ik in 1972 nog tot het grote plein kon komen met mijn eigen auto. Destijds een op sterven na dood plaatsje aangetroffen waar slechts wat AOW-ers domicilie hadden. Lieden die amper Spaans spraken en zich trots van Catalaans bedienden. Tegenwoordig is het (terecht) een trekpleister van belang en wemelt het er van de toeristen. Die kwamen heden niet van een koude kermis, maar van een natte kermis thuis. Een hoosbui van tropische proporties noopte mij, gezellig met allerlei nationaliteiten, te schuilen in het portiek van een knabbeltent.

Over Castellfollit de la Roca hoorde ik van de hotelier nog wel een aardige. Een beetje vergelijkbaar met wat panden in Cuenca, zijn er woningen gevestigd op zo’n beetje de rand van een niet onaanzienlijk afgrond. Elk jaar schijnen er van die rotswand akelige hoeveelheden rots naar beneden te storten en de bewoners maakten zich (logisch) ernstige zorgen over hun welbevinden. Volgens zeggen snapt de overheid deze gemoedstoestand volledig, maar geld om de onrust weg te nemen, schijnt er dus niet te zijn. Typisch geval van ‘Jammer maar helaas’. Doet ergens een beetje aan Groningen denken…

Van schrik nu toch nog een whisky besteld. Moet in deze tent betaalbaar zijn (nota gaf €.2,00 aan J) Drink dit edele vocht uit een uiterst merkwaardig glas, maar over ‘prettig behelpen’ kan ik langzamerhand diverse cursussen samenstellen. Ober van gisteravond komt zojuist (in burger) binnen en schudt mij blij de hand. Gelukkig herkende ik hem ondanks zijn burgerkloffie toch bijtijds. Van de gisteravond meegenomen flesjes bier, resteerden alleen nog de ‘lijken’ (om met Harrie Jekkers te spreken). Deze had ik braaf mee terug genomen. In Italië gaan lege flessen de glasbak in, maar net als in NL rekent men hier met statiegeld. Dat had ik gisteren dus niet betaald. Kwestie van vertrouwen, roept een barkrukzitter. Zijn ze bij mij aan het goede adres. Misschien vandaar die hand, maar de ober wist volgens mij niets van dit statiegeld.

Een van de vele redenen waarom ik mij in Spanje uitermate op mijn gemak voel. Mensen weten hier hoe te leven en tonen ongevraagd (oprechte) blijdschap. Portugezen beginnen dit nu duidelijk ook onder de knie te krijgen.

Zoals wel vaker in Spaanse horecagelegenheden begint het glas van de ramen voorzichtig uit de sponningen te trillen vanwege het inmiddels ontstane geluidsniveau. Het collectief gebabbel schijnt ook een verdampende werking te hebben op het niveau in mijn whisky-vaasje. Tijd voor een nieuwe, begerige blik op de uitgestalde lekkernijen. Waar ik dan slechts een bescheiden biertje bij zal nuttigen. Keus is gevallen op smakelijk ogende gehaktballetjes. Ach laat de verkleinvorm maar weg. En ik krijg tien van die kanonskogels, dus van afvallen gaat weinig komen.

Morgen een redelijk forse etappe naar een plaatsjes nabij Vielha. Dat is nabij de grens met Frankrijk en ten Westen van Andorra. Nu mag ik met de Seat Leon (prima kar tot nu toe en best zuinig) van meneer Interrent niet zomaar de grens met een ander land over. Als ik dat toch zou willen, moest ik even met ze bellen. Voor iets van €.75,- maken ze dat dan in orde. Ja, dag hoor. Dat betaal ik nog niet eens voor de complete huurperiode. Dienstdoende baliekluiver (niet uit Catalonië, maar, net als Suarez, uit Uruguay afkomstig) snapte mijn terughoudendheid deze optie met gejuich te begroeten. En hij maakte er niets eens een fopduik bij.

In Besalu gedurende een korte periode van droogte de auto kunnen bereiken. Voor het laatste stuk naar het hotel diende ik niettemin de periscoop omhoog te doen en mijn bekwaamheid als kapitein van een onderzeeër aan te tonen. Niet normaal meer deze hoeveelheid regenwater. In Besalu meende ik zelfs hagel te hebben gezien. Medeschuilers hadden dezelfde mening.

Terwijl ik naarstig pogingen in het werk stel de tweede portie tapas weg te werken, kijk ik naar een tafeltje schuin tegenover mij. Daar zit een echtpaar, dat ondanks de m.i. gevorderde leeftijd een interactie met elkaar heeft als kirrende teenagers. En ik ben dan zo’n rare vogel die deze mensen daarop aanspreekt. Zij blijken in Zwitserland te wonen. Hij is Catalaan en zij stamt uit Italië. Mijn lofbetuiging heeft dit stel nog blijer gemaakt dan ze al waren en dat gun ik deze mensen van harte. Leuk toch om iemand een beetje blij te maken. Dit zijn van die momenten waarbij Ineke weer duidelijk bij mij is. Everybody wins.

Zonder problemen retour hotel. Baas zit nog braaf te werken (neem ik aan). Is sinds een aantal maanden weduwnaar. Misschien vandaar die klik. Wil de hut eigenlijk wel verkopen en een beetje reizen. Spreekt naast Spaans en Catalaans slechts een klein mondje Frans en wat Italiaans. Engels… Helaas. Dat maakt rondhuppelen in den vreemde wat lastiger. Zijn hoop is nu gevestigd op een cursus telefoonapps en vervolgens met name vertaalprogramma’s onder de knie krijgen. Soms is voortschrijdende techniek een zegen. En ik loop nog met een zakwoordenboekje uit 1970 rond te sjouwen. Alhoewel. Het heeft tot op heden slechts ruimte in beslag genomen in mijn koffertje. Morgen mag het bij de armleuning van de auto spelen.

Catalonië

Transavia heeft wederom zijn best gedaan en vertrok keurig op tijd. Landde dus ook netjes op schema. Op Schiphol met zijn belachelijke prijzen heb ik mij in kunnen houden, maar aan boord (ook slechts een fractie goedkoper) mij toch laten verwennen met een tapasschotel en een biertje. Dat biertje (2 zelfs) heb ik er na aankomst ruimschoots uit getranspireerd op weg naar de balie van het huurautopaleis. Moest er een soort Avondvierdaagse voor afleggen. Ben je er eindelijk is er geen Astra meer en nu stuur ik in een Seat Leon met 6 versnellingen. Die bracht mij niet probleemloos naar het hotel. Ik had mijn Tom Tom vooraf voorzien van de juiste info, maar met mijn stevige vingers heb ik waarschijnlijk een verkeerde regel ingedrukt, want ik werd richting Gerona gestuurd en dat was – dat wist ik – 100% de verkeerde kant op. Met de Seat ben ik zeer tevreden. Voor vertrek richting hotel sta je op een aardedonkere parkeerplaats wel nog even met je zaklantaarn te stoeien om te kijken of er meer beschadigingen aanwezig zijn dan opgegeven. Om de volgende morgen te constateren dat het zaklampje niet heeft geholpen. Het hotel scoort een 7. Wel uitermate vriendelijk en behulpzaam personeel en ook de airco was perfect. Hoewel de bar schitterde door afwezigheid en ik zwaar aan nieuw vocht toe was, bleek er toch een soort koelvitrine te zijn en daaruit kon ik 2 pijpjes bier ontfutselen.

De volgende morgen, bij daglicht, bleek ik toch een reden (deuk) te vinden even naar de huurkoetsenmeneer terug te keren. Maar eerst ben ik naar het strand van Castelldefells geweest. Dat bleek een prima bingo. Er is daar geen overdreven hoogbouw zoals elders in tal van kustplaatsen en het strand zelf was aangenaam leeg. Dat weerhield een uitbater van een strandtentje niet om braaf geopend te zijn. De boel werd op dat moment gerund door een Argentijnse van het formaat tuinkabouter. Ik haalde herinneringen op en vertelde haar dat ik ooit eens met een Argentijn had samengewerkt. Knaap met de naam Jorge. Laat zij nu Jorgelina heten. Net als Jorge van weleer bleek zij affiniteit met Azië te hebben en na het seizoen (dus nu zo’n beetje) gaat zij richting Sri Lanka. Verstandige tuinkabouter dus. Dat bleek ook door de tip die zij mij gaf. Moest voor een spectaculair uitzicht naar Rat-Penat en dat bleek de moeite waard. Ergens had ik de indruk daar ooit eens in de buurt te zijn geweest met broer en schoonzus om een jeugdvriend van mijn broer te bezoeken, maar dat is ergens in de vorige eeuw geweest, dus ik kan mij vergissen.

Het divers oponthoud deed mij besluiten het bezoeken van Sagrada Familia in Barcelona uit te stellen tot de laatste dag van mijn korte vakantie.

Dus meteen door naar Lloret de Mar. En niet via allerlei nieuwe wegen, maar via de mij bekende kustweg. Daar was Tante Tom Tom het duidelijk niet mee eens, maar toevallig had ik het stuur in handen. Zo kwam ik er achter dat er een hiaat in mijn geheugen zat. Bij de volgorde van kustplaatsen bleek ik Callela een foute plaats te hebben gegeven. Voorts waren er plaatsen, die vroeger niet veel meer voorstelden dan een naambord, een eenzame weduwe en een handvol geiten. Nu zijn het daar ‘opeens’ toeristenvertroetelaars. Andere oorden, die ‘vroeger’ het vermelden amper waard waren, zijn nu fors uit de kluitengewassen trekpleisters. Soms volledig terecht.

Onderweg af en toe een blik op het strand geworpen. Na scherpstelling van de oogjes, was ik bij één van die uitzichtpunten overtuigd uit te kijken op een naaktstrand. Spierwitte billen deden mij tot deze conclusie komen. Iets verder dan deze billen was er een meneer, die zijn piemel van een bronzen kleur wenste te voorzien. Geen idee waarom en ik heb ook weinig behoefte dit aan de weet te komen. Of hij al vorderingen bij het bruin worden maakte, zou een kwestie zijn van de telelens maximaal zijn werk te laten doen. Ik acht het echter niet denkbeeldig dat zoiets tot een spontane versplintering van genoemde lens kan leiden. En woest nieuwsgierig was ik nu ook niet bepaald.

In Lloret probeerde ik iemand te bezoeken, met wie ik indirect heb samengewerkt in de zeventiger jaren. Zo’n 14 jaar terug heb ik hem ook opgezocht. Bij het benzinestation, waar hij destijds kantoor hield was nu een winkeltje. Lloret zelf bleek min of meer ondoordringbaar. Alles is volgebouwd en parkeerplaatsen zijn er weinig tot niet. Bij een taxichauffeur geïnformeerd of de betreffende busmaatschappij van mijn bekende nog bestond. Bleek het geval. Waar is het kantoortje nu. Bij de garage waar ook de bussen staan, meende de brave borst. Volledig foute bingo, zo bleek na forse tijd rond dolen. Garage uiteindelijk gevonden en daar kreeg ik vervolgens te horen dat het kantoor zich in feite op dezelfde plek bevindt als 14 jaar geleden, maar nu op de eerste verdieping. Pas na 16 uur zou het weer bezet zijn met mensen. Waaronder de man die ik zocht. Tijd zat voor een rit langs de nog steeds zeer fraaie kust. Toch bleek ook daar dat de tand des tijds stevig aan het natuurschoon had geknabbeld. Fraaie, groene heuvels zijn in handen gevallen van begerige vastgoedmagnaten en vlijtige projectontwikkelaars hebben de rest van deze neerwaartse spiraal voor hun rekening genomen. Een soort A-team die dit soort op winstbejag uit zijnde medemensen tot een bedreigde diersoort reduceert, kan op mijn sponsoring rekenen.

Met de baas van mijn nachthok van heden en morgenavond had ik al snel een klik. Dat ondanks het feit dat het in reviews aangeprezen restaurant i.v.m. vakantie was gesloten. Ik zit op zijn aanraden nu in een prettige hut waar de keuken weliswaar pas om 20 uur opent, maar waar de bar al uren open is. En tapas zijn er ook. Net een schoteltje lekkers zitten wegwerken, waarbij mijn twijfels of ik nog wil dineren duidelijk toegenomen zijn. Prima tip van mijn huisbaas dus.

Eigenwijs en mijzelf overschattend uit de Catalaans gespelde spijskaart iets aangewezen. Koteletjes van een geit, dacht ik. Ober corrigeerde dat tot lam van een geit. Dit kon ik “a la plancha” krijgen en op nog een manier. Ik begreep iets met frieten. Nu ben ik nooit een fan geweest van “a la plancha”. Vaak zit je dan overdreven lang aan het voorgeschotelde te knagen om een stukje vlees te bemachtigen. Het alternatief bleek echter niet met frietjes, maar met frituren te maken hebben en dat is een prima manier de aparte smaak van geit naar de knoppen te helpen. Domme keus gemaakt dus. Maar het bier is er best en op de bediening valt ook niets aan te merken. Internationale clientèle. Ik hoor Frans en even later ook Duits. Van de Duitser vermoed ik dat hij één van de heuvelverwoesters is, want hij heeft hier gebouwd. Is (volgens eigen zeggen) aan zijn vijfde vrouw bezig. Vergeleek dat met auto’s inruilen, dus nummer 6 zal ook wel ergens in de coulissen klaar staan. Wie had er ook alweer rare kostgangers???

Ik bestel na afscheid van onze Oosterburen te hebben genomen een carajillo. Bier was mij liever geweest, maar ik moet nog enkele kilometers terug naar het hotel. Gelukkig kan ik wat gekoelde flesjes meekrijgen.

Volgens de hoteleigenaar zou internet hier waardeloos zijn, maar op dit moment valt dat mee. Brave borst gaat morgen zorgen dat er lekkere ham is. Misschien al bij het ontbijt. En nu maar eens kijken of internet mij toestaat dit epistel op Reismee te plaatsen…

Terug naar Madrid en naar huis

Geen verrassing dat zelfs het weer wat triest was bij mijn afscheid van Hotel Rio Viejo. Het eerste gedeelte richting Madrid was het weliswaar somber en regende het wat mot, maar naarmate de stad Leon naderde begon ik mij af te vragen of ik misschien niet ergens alvast een paar ruitenwissers als reserve zou moeten kopen. Wat later werd het echter droger. Vrij regelmatig althans. Echt stoffig is het huurkarretje niet geworden. Ik heb er inmiddels een erg dikke 3.000 km mee afgelegd en het valt mij reuze mee dat niet elke keer als ik stopte er lieden van de plaatselijke bevolking tegen mijn raam klopten en een half gesneden volkoren wensten. Van het natuurschoon tussen Leon en Madrid dient men zich niet al te veel voor te stellen. Toch is dit een mooi moment om de Spaanse Rijkswaterstaat-jongens even een compliment te maken. Zeker in deze tijd van het jaar zijn sommige bermen ronduit schitterend. Van klaprozen, mimosa, lavendel en ander paars, lila en geel spul heeft men het zaad dusdanig kunstzinnig uitgestrooid, dat het resultaat nu schilderachtig is.

Via de alternatieve route (geen tol) kwam ik over de Alto de Leon (Puerto de Guadarrama) en daar hadden ze het licht compleet uitgedaan en ging iedereen op de tast de bergpas (1.511 m.) over. Jammer, want volgens mij is het daar erg fraai bij zonnig weer. Kom je uiteindelijk in Madrid met al zijn genummerde snelwegen. Ik lees ergens dat de metropool Madrid meer dan 6 miljoen inwoners heeft en volgens mij waren die gisteren allemaal met de auto onderweg. Zo leek het met die drukte, maar het kan ook hebben gelegen aan de diverse verkeersongelukjes. Van lokale lieden begrepen dat men hier niet zo gewend is aan rijden in de regen. Die indruk had ik ook al gekregen.

Mijn hotel (22 km van Airport) en best landelijk gelegen (al is er voor de deur een vrij drukke weg) bereikte ik daardoor met enige vertraging, maar ‘who cares’. Snel een biertje aan de bar. Waar vertraging al niet goed voor is. Ik zag mijn carajillo-koningin en vertelde haar dat zij nog steeds in de top stond. Grijns van oor tot oor.

Toen ik later de eetzaal in kwam, vroeg zij of ik weer een forse maat bier wenste. Dat had zij dus onthouden. Dit keer echter aan de rode wijn gegaan. En haar nogmaals een carajillo laten maken. Zij is de uiteindelijke winnares (€.10,-) geworden. Ergens nog mazzel, want het was best lastig geworden dit tientje aan een andere winnaar/winnares te doen toekomen.

Prima geslapen en ook al ontbeten. Niet voor de eerste keer dom gevraagd of het door mij aangewezen ’broodje’ met worst is gevuld. Betreft dus chocolade. Altijd prettig als je zoiets van tevoren weet.

Eigenlijk ben ik nu klaar voor de terugvlucht, maar dat duurt nog even. Ruimbagage inmiddels geboekt en betaald en boarding card via hotel laten printen.

Ik zou nog een paar uur naar de plaatselijke dierentuin kunnen gaan, maar gezien de weersverwachting laat ik die beker maar aan mij voorbij gaan. Bovendien bezoek ik over een week of twee Burgers Zoo met de Landgraafjes en Landgravinnetjes. Zou toch hinderlijk zijn als opa met enige regelmaat ‘gapend’ opmerkt dat de tijger, olifant of welk dier dan ook in Madrid veel mooier, groter etc. was.

Kan wellicht vanmiddag een stukje van de damesfinale van Roland Garros op TV bekijken.

Omdat het droog was, heb ik hier in de buurt van het hotel een ‘rondje’ gedaan. Best aardige omgeving en toch zeer nabij Madrid. Liefhebbers van olijfbomen kunnen hier hun hart ophalen. Hm. Olijfbomen hebben olijven en olijven hebben o-lijven. (Ik hoor Paula in gedachten al iets roepen met OH erin.)

Het weer is deze vakantie dus duidelijk prut met peren geweest, maar dat heeft mij niet weerhouden te genieten. Dat heeft vooral met de Spanjaarden te maken. Erg prettig volk. Zeker in en rond de wat kleinere plaatsen. Daar maakt men zich totaal niet druk over zaken waar in Nederland de media over elkaar heen buitelen. Mensen kijken hier ook nog gewoon om zich heen en zitten niet constant te controleren of ze wel voldoende likes hebben gekregen. Ze hebben wel smart phones, maar gebruiken ze ‘smart’ en niet om een nekverrekking mee te veroorzaken.

Misschien is die levenshouding wel de reden dat Spanjaarden zelfs een hogere levensverwachting hebben dan Nederlanders…

Verwennen en barmhartig omweggetje

Daar was gisteren in de eerste plaats ‘cecina’. Betreft gedroogd en gezouten vlees. Doet zeer in de verte aan carpaccio dan wel luchtgedroogde ham denken. Ik kom inmiddels al sinds 50 jaar in Spanje, maar dit gerecht nog niet eerder tegengekomen. Jammer, want het is zeer smakelijk. Kan het mij ook goed als tapas voorstellen. Volgens de Spaanse wikipedia is vooral de provincie Leon om dit gerecht bekend. Kan uitkomen, want daar bevindt ik mij nu (wel vlakbij Asturië).

Als hoofdgerecht kreeg ik lamskoteletten. Als toetje met enige moeite toch nog een ijsje weg weten te werken en Ana bleek te kunnen wedijveren met de serveerster van de eerste dag als het carajillo cremato maken betreft. Je zou er bijna zo’n Spaanse koffiemachine voor aanschaffen…

Bij het ontbijt evenaarde moeder Angelina de prestaties van beide dames. Omdat ik na (o.a.) 3 dagen met toast en jam voor ontbijt wel eens aan wat anders toe was (en dat valt niet mee in Spanje) toch zo vrijpostig geweest om een broodje met een gebakken ei te bestellen. Bij ‘broodje’ dient men zich zo’n forse snee brood voor te stellen. En die bestelling ging (uiteraard) probleemloos in werking. Alleen werden het 2 spiegeleieren. Doe ik niet moeilijk over

Ik zag net heel eventjes iets wat op zonneschijn leek, maar op dit moment is somberheid opnieuw troef. Kan ik het dus even hebben over de Milka-koeien, die je hier ook regelmatig ziet. Hebben zo’n beetje een chamois kleur, maar zijn volgens mij vooral bekend i.v.m. de reclame voor Milka chocolade. Ik heb mij daarom regelmatig afgevraagd of er uit die uiers rechtstreeks chocomel komt spuiten.

Voor heden een bescheiden route in de planning. Iets van 160 km. De groene weggetjes hier in de buurt, die ik nog niet eerder heb bereden, beginnen een beetje op te geraken. Niet dat het een probleem is zo’n eerder bekeken weg nogmaals te doen. Mij straft men daarmee niet. Het moet echter wel droog zijn en graag de wolken op een hoogte waar ze horen en dat is dus niet vlak boven de motorkap.

Inmiddels retour van mijn bescheiden lokale route. Zijn er dus de helft aan kilometers meer geworden. Kan het ook niet helpen blijkbaar genetisch verwant te zijn met de ‘barmhartige Samaritaan’. Er stond een zielige fietser aan de kant van de weg en die wapperde met zijn voorwiel. Leek mij niet waar dat wiel voor was bestemd. Op zijn sportieve hemd meende ik de vlag van België of Duitsland waar te nemen, maar dat bleek puur toeval, want de enthousiasteling kwam uit Madrid en had in deze buurt een huisje gehuurd om zichzelf pijn te kunnen doen. Men zal inmiddels hebben begrepen dat ik voor deze pechduivel ben gestopt. Hij sprak noch Belgisch (daaa), noch Duits. OK, toch maar die gesplitste fiets ingeladen, want ik ging immers richting Pola de la Lena. Hij bleek nog een paar dorpjes verder te moeten en gedachtig het Samaritaan-principe en het ongetwijfeld lastige probleem van ‘overstappen’ heb ik dus ook maar een paar dorpjes doorgereden tot hij voor zijn deur stond. Het moge duidelijk zijn dat voor deze Spanjaard Nederlanders niet meer stuk kunnen.

De route was overigens weer uit de kunst. Hoewel Spanje uit zijn voegen barst van het natuurschoon, lijkt mij dat Asturië toch vooraan heeft gestaan toen het werd uitgedeeld.

Kort voor het tikken van dit deel van het verslag was er onder de lokale bevolking, die in deze tent een mij volkomen onduidelijk kaartspel speelt, een discussie aan het oplaaien over wie waar voorrang heeft. Of iets dergelijks. Zoals in dit soort mediterrane landen gebruikelijk lult iedereen met kracht door elkaar heen. Luisteren wordt zo een hele toer. Eén van de kaarters herinnerde ik mij van een vorig bezoek. Zelf kan ik best wat geluid produceren, maar in vergelijking met deze man, ben ik een beginneling. Niet zo gek dus dat bij dit oergeweld de whisky in mijn glas spontaan verdampte. Ana, die niet mee kaartte, maar zich wel intensief met de discussie bemoeide leek zelfs even geen tijd te hebben om het probleem van mijn verdampte whisky te verhelpen.

Voor die tijd was een portie ham snijden haar prima afgegaan.

Na whisky en ham even rust en vervolgens werd het rond 20.30 uur tijd voor het diner. Eerst kippensoep. In dit woord moet tegenwoordige een “n”, hoewel er het vlees van amper 1 kip in is verwerkt. Kipsoep vind ik echter ook geen verbetering. Mij daarna eens aan zeebaars gewaagd. Men kookt hier namelijk verdraaid lekker. Maar afgezien daarvan ben ik normaliter meer een vlees- dan een viseter. Ik had overigens geen idee dat ik zeebaars had besteld, maar ik wist wel dat ik vis zou krijgen. Erg lekker. Kaastaart toe. En uiteraard afsluiten met… Inderdaad.

Ook het ontbijt van hedenmorgen sluit ik af met zo’n carajillo cremato. En straks begeef ik mij dus op weg naar hetzelfde nachthok als dat op de dag van aankomst. Af te leggen route krimpt of verlengt afhankelijk wie je het laat uitrekenen. ANWB, Michelin, Routenet, Tom Tom. Ik geloof niet dat zij het met elkaar eens kunnen worden over de exacte afstand. Tom Tom voor in de auto geeft volgens mij de tijd aan en niet de afstand. Allemaal volmaakt onbelangrijk, maar ik heb nog geen zin om te gaan sturen. Ritje van ruim 4 of ruim 4,5 uur (afhankelijk of ik wel of geen tolmuntjes wens af te dragen). Ga denk ik eens zuinig doen. Welk gebras deze besparing gaat opleveren hoort men nog wel.

Alweer weerzien

Na Yosa de Sobremonte en Corigos, ben ik nu in het derde hotel waarin ik al eerder ben geweest. En bij alle drie kreeg ik een behandeling alsof ik de verloren zoon zelf was. Mensen zijn oprecht blij mij weer te zien. Het omgekeerde geldt trouwens ook. Zelfs de zonen in het hotel van gisteren vinden het blijkbaar apart dat zo’n vreemdeling uit Nederland zomaar opnieuw voor hun hotel kiest. Nu was in dit geval de door moeder gemaakte hemelse soep een belangrijke factor, maar ik had toch ook goede herinneringen aan de sfeer en de manier waarop men met gasten omging. In het hotel waarin ik vandaag en morgen bivakkeer ben ik nu voor de derde keer. Zijn die hotels zo mooi? Nee niet bijzonder. Is er iets aparts met de kamer of met bepaalde faciliteiten? Nee. Bijzondere maaltijden? Afgezien van die ene soep speelt dat geen rol. Ik heb aan twee van de drie laten weten dat zij volgens mij niet in deze branche zitten om geld te verdienen, maar om het hun gasten naar de zin te maken. En dat zij daar – wat mij betreft – bijzonder goed in slagen. Als reactie krijg ik dan iets in de geest van ‘dat ik een vriendelijke man ben’. Maar alles even kort samengevat: ik ben een sfeerproever. Ik hoef geen lobby met kussens waarin je verdwijnt en zit ook niet te wachten op een barkeeper die 73 verschillende cocktails kan maken. Krijg ik nooit op.

In het huidige hotel, gerund door moeder en dochter, blijkt moeder het haar te hebben geverfd (of laten verven). Als je dan laat weten dat er nu niet langer sprake is van moeder en dochter, maar meer van twee zusters… Jullie raden het al. Er wordt geglommen. Maar ik glim terug. Na de welkomstknuffel bestelde ik een wijntje. Komt er (uiteraard spontaan) een stuk brood met een warm stukje vlees bij. En even later weer een ander schoteltje lekkers. En als ik dan blij grijns, is men volmaakt gelukkig.

Vandaag begonnen de N 625 in zuidelijke richting te berijden. Ik ken niet zo gek veel mooiere weggetjes. Het weer - in tegenstelling tot NL, zo merk ik via reacties – was niet optimaal, maar het was tenminste droog en soms zag ik zelfs blauwe lucht. Je fotografeert je hier drie slagen in de rondte. Er zijn namelijk ook nog eens redelijk wat ‘parkeerplaatsen’. Zal in juli en augustus wat problematischer zijn…

De ellende van al dat gekiek is dat je het moet overzetten naar je PC. Dan corrigeren die handel en een ruwe selectie doorsluizen naar Flickr. En dat dan twee keer, want ik ‘werk’ met zo’n compact camera en een wat ‘molliger’ toestel. En soms speel ik echt prototype toerist en hang ook nog eens een camcordertje om mijn nek. En bij dat kreng vergeet ik steeds opnieuw hoe ik de opnamen op de juiste plaats krijg. Dus hoezo siësta?

Niet alledaags is de bijna aanrijding met een overstekend hert. De bestrating ter plaatse was ernstig aan onderhoud toe, dus mijn snelheid was uiterst gering en dat scheelde waarschijnlijk een forse deuk en erger. Beest maakte zich nu vrij rap uit de hoeven en dat is iets totaal anders dan ho even. Vreemd genoeg kon ik mij niet herinneren dat er ergens een bord ‘overstekend wild’ had gestaan, maar datzelfde gold waarschijnlijk voor het hert.

Op een metertje in de auto las ik dat de temperatuur 11 graden was. Ik heb het raam open en draag een blouse met korte mouwen. Ik bedacht mij daarbij dat menigeen die daarvan getuige zou zijn geweest, mij waarschijnlijk zou hebben gevraagd of ik helemaal gek ben geworden. Maar gezien hetgeen ik zojuist heb omschreven, lijkt de wedervraag gerechtvaardigd wie er hier nu gek is om zo’n domme vraag te stellen. Of is dit een puur retorische vraag geweest?

Nu moet ik nog uitzoeken welke paarsachtige gewassen ik onderweg heb bewonderd. Leek ergens wel wat op hei, maar daarvoor leek het mij wel erg vroeg. Struiken waren voor hei ook nogal fors aan de maat.

Hedenavond ben ik de enige hotelgast en moeder en dochter moeten naar een verjaardag. Ik geloof niet dat men er tegenop ziet om mij de sleutels van de complete hut te geven (incl. bar), maar de tijd dat ik eventueel nog enige neiging zou hebben daar (al te) vrolijk gebruik dan wel misbruik van te maken, ligt zeer ruim achter mij en heeft in feite nooit bestaan.

Een schuine blik achter mij leert dat wolken dan wel mistflarden dreigend de omringende bergen komen afzakken. Durf het weerbericht voor morgen amper te bestuderen. Nu maar eens kijken wat men deze vreemdeling aan voer gaat toewerpen alvorens verjaardag te gaan vieren. Blaffen van de honger doe ik na verorbering van de welkomsthapjes niet echt.

Cantabrië, uitwijken naar Castillia en Leon. Vervolgens naar Asturias.

Het leek erop dat de weersvoorspellingen dit keer correct waren. Vandaar dat mijn idee wat zuidelijker te gaan rondrijden uitvoering kreeg. Embalsa del Ebro was een stuk voller dan de vorige keer. Niet zo gek met al die regen van de laatste tijd. Na het oversteken van de pas (1.011 mtr hoog) was het met de mij achterna zittende wolken en mist wel zo’n beetje gedaan. Zonnig was het echter evenmin. Was ik vorige keer langs de zuidelijke oever gekoerst, dit keer was de noordelijke oever aan de beurt. Vraag mij nu niet welke fraaier is. Zou je ze toch korter na elkaar moeten rijden.

Op bonnefooi ergens een afslag genomen en rij daar pardoes tegen een kerkje + bijgebouw aan met bovenop een ooievaarsnest. Moeder (of vader) met minstens 1 jonkie kunnen spotten.

Hoogtepunt van dit ’lokale’ rondje was het bezoek aan het plaatsje Orbaneja de Castillo. Je komt echter eerst langs Escalada en daar wens je niet eens begraven te worden. Alles lijkt daar al eeuwen geleden te zijn gestorven. Zelfs de huizen maken die indruk. Bordje met Casa Rural / Hotel maar niet aan nader onderzoek onderworpen. Dacht al even weer om te draaien. Gelukkig niet gedaan. In dat Orbaneja was mij toch een fraai complex van neervallend water. Zoiets moet je dus filmen, want foto’s doen dit stekkie geen eer aan. Idd een video gemaakt, maar een eerdere poging zoiets te downloaden naar Flickr heeft mij niet enthousiast gemaakt een nieuwe poging te wagen.

Bij derde broer (bleek de oudste van de drie) mij weer eens op lekkere ham getrakteerd. Beide andere broers (+ moeder van 93) zaten er ook te knabbelen.

In het hotel even met internet zitten stoeien (na de eerste aanloopproblemen verder prima verbinding gehad) en alvast een blik geworpen op de route van 5 juni.

Vervolgens weer even teug naar het restaurant. Niet echt trek meer, maar toch nog iets kunnen wegwerken. In de tussentijd ook eens even precies gemeten hoeveel groter mijn nieuwe trolley is. Teveel groter. Lijkt mij verstandig die toch maar voor plaatsing in het ruim in te checken. Wordt zo toch nog een duur ding. Thuis maar eens kijken of ik met de plaatselijke trolley-boer iets kan regelen op het gebied van ruilen.

Ik was mij op de kamer al klaar aan het maken om te gaan knorren (uiteraard op de kamer, want op de gang, of buiten op de parkeerplaatsen zal geen volle zalen trekken) toen er opeens een vreemd geluid weerklonk. Leek op het geluid van een telefoon. Sterker nog, het was een telefoon. Had wel een zeer antiek exemplaar zien staan, maar er geen moment rekening mee gehouden dat dat apparaat zou werken. Deed het dus wel. Hoe laat ik wenste te ontbijten… Van telefoon snel een kiekje gemaakt.

Na het ontbijt nog even nagebabbeld met Javier (die dus zeer redelijk Engels spreekt) en daarbij kwam ook de nog werkende telefoon ter sprake. Ik meen op mijn Spaanse Flickr album al een foto van de ontbijtzaal te hebben gezet, maar zoals eerder vermeld staat de hele hut stijf van de antiek. Mijn voormalig buurman met Italiaanse roots zou hier kwijl tekort komen. Allerlei klokken, nog veel meer oude telefoons en een apparaat uit een onderzeeër, waarmee de kapitein met de machinist kon communiceren. Maar ook een (originele) Miro (om maar eens één moderne artiest te noemen) ontbreekt niet. De combinatie van antiek en modern is knap gedaan, vind ik. Thuis schijnt er ook nog een fikse verzameling aanwezig te zijn. Misschien heeft hij dat hotel er wel bij, omdat hij anders niet al zijn spullen kwijt kan.

Afstand naar volgende stek was vrij kort. Weer nodigde niet uit om forse omwegen te maken. Besloten eerst richting kust te gaan en daar een carajillo te bestellen. (Werd in het hotel niet geserveerd.)

Bij de kust begon het zelfs redelijk op te klaren en flink deel van vervolgroute met redelijk weer afgelegd. Asturias blijft een beeldschoon deel van Spanje. De Lagos de Covadonga, waaraan ik dit keer weer eens wel een bezoek wenste te plegen, bleken weliswaar bereikbaar, maar alleen als je een kaartje voor een autobus kocht. Ik vond dat bochtenwerk juist leuk om zelf te doen. Moet je dus niet tussen 1 juni en 1 oktober (?) die kant op gaan. Derhalve toch nog redelijk vroeg in de wereldstad Corigos. Ik herinnerde mij gelukkig bijtijds dat er nog een plaats is met die naam. Tom Tom stelde een resterende reistijd in het vooruitzicht waarvan ik direct schichtig werd. Bijtijds gecorrigeerd. Past wel bij deze plaatsnaam.

Aan zoon des huizes (geloof ik tenminste) een stukje van mijn vorig bezoek vertaald. Betrof de Castiliaanse soep van die andere planeet. Via Booking.com had ik zelfs al aangegeven het op prijs te stellen nogmaals deze soep voorgeschoteld te krijgen. Zoonlief sprintte meteen richting keuken en ik zit mij nu al te verkneukelen, want die soep gaat er komen. Moet mij dus een beetje inhouden met mijn bordje met vleeswaren, die mijn biertje gezelschap houden. Ik kan vrolijk doortikken, want het hoost weer eens.

Baas van het spul herkende mij (?) en ik hem ook (?), maar het is slechts 2 jaar terug, dus het kan best kloppen.

Mijn laptop kende de beveiligingscode nog. Toch mag ik om de een of andere reden niet te lang achter elkaar met internet verbonden zijn. Althans zo lijkt het, want ik heb nu dus weer even ‘nada’ (‘niets, noppes’ voor de niet Spaans sprekenden). Misschien lukt het op de kamer beter en anders heb ik daar nog wat kiekjes over te zetten. Als alternatief zou ik in de regen buiten kunnen gaan spelen. Is goed voor krullen in je haar, zeggen ze. Lijkt mij in mijn geval erg knap.

In noodgevallen probeer ik een siësta…