FraLa-Op-reis.reismee.nl

Sardinië 2019 (1)

Mijn jaarlijks uitje naar Sardinië is weer van start gegaan. Nette tijd trein naar Schiphol en nette tijd en zonder vertraging de lucht in. Het zal niemand dan ook verwonderen dat ik ook op tijd in Olbia ben gearriveerd.

In de buurt van Olbia blijf ik 2 nachten, maar dan wordt het tijd dochter en gezin op te zoeken. Nu moeten zij nog werken en naar school en de gehele dag naar de katten van Linda staren gaat geen hobby worden. En de rugproblemen zijn toch van dien aard dat eindeloos wandelen met golden retriever Leon ook geen optie is.

Na een erg zachte landing eerst maar eens richting huurkoetsengebouw. Ik had dit keer gekozen voor zo’n Fiat model hoge hoed 500. Bij een gewone Fiat 500 is het meer een kwestie van aantrekken dan van instappen. Net zoals met sokken. Maar dit karretje had ik al eens gehad en dat was mij goed bevallen. Uiteraard krijg je dan prompt een ander voertuig. Een Renault Capture. Verse weduwe van 2 huizen verderop heeft ook zo’n ding en ik vind dat een nette auto. Commissiehongerige baliepoes probeerde mij nog de speciale aanbieding, Nissan Quasqai (schrijfwijzen zonder internet lastig te controleren), aan te smeren. Zij kon dus aansluiten bij die lange rij collega’s, verspreid over diverse landen, die bij mij ook naar hun commissie konden fluiten.

Auto zag er netjes uit en na gecontroleerd te hebben op beschadigingen en de stoel uit de Smurfenstand te hebben gehaald, was het tijd mijn jas in de kofferbak te deponeren. Die zou ik voorlopig toch niet meer nodig hebben. Op de afstandsbediening zit een knopje met een tekening van een auto met kofferbakklep in open stand. Je denkt dan dat als je daarop drukt de klep omhoog gaat. Niet dus. Je drukt, je veegt, je klopt, je zuigt, maar er gebeurt niets. Althans niet zichtbaar. Misschien dat ik lekker bezig ben geweest de batterij leeg te maken, maar zoals ik al zei: Onzichtbaar.

Met de kennis van nu moet ik op een bepaald moment toch een ‘lucky’ greep hebben uitgevoerd, want opeens ging de klep open. Volgende agendapunt is de meegebrachte Tom Tom ergens inprikken. Auto’s van tegenwoordig hebben een USB-aansluiting en mijn verlengstuk om mijn wegwijsvogel in de sigarenaansteker te doen, zou hier dus overbodig moeten zijn Het zoeken naar de USB-aansluiting nam echter dusdanig veel tijd in beslag dat mijn verlengstuk toch aan de bak mocht. Adres van mijn B&B ingeklopt. Krijg ik eerst de vraag of ik tolwegen wens te gebruiken en of ik besef dat er een veerdienst in het spel is. Stakker van een apparaatje heeft niet gemerkt dat wij een vlucht van zo’n 2 uur achter de rug hebben en ons nu op Sardinië bevinden. Met een royaal gebaar geef ik toestemming om tolwegen in te plannen. Veerdienst? Prima hoor. Pas daarna gaat Tommetje Tommetje op zoek naar satellieten. En als ie die gevonden heeft verdwijnen de tolwegen als sneeuw voor de zon. Helaas vertoonde de satellietverbinding af en toe haperingen en zat ik net als een tijdje terug in Zaandam met een soort bevroren beeld. Daar veroorzaakte dat een ongewenst laat aankomen op de gemaakte afspraak. Hier was het niet zo’n punt. Satelliet en Tom Tom bestraffend toegesproken, de route gewist en via “recente bestemming” opnieuw ingevoerd. Daarna probleemloos bij uitbaatster Manuela aangekomen. Als ik de reviews mag geloven is “aankomen” hier geen denkbeeldig risico. Zeer veel gasten hebben aangeraden half pension te nemen, omdat Manuela de sterren van de hemel kookt. Ga ik dus meemaken. Onze kennismaking ging gepaard met vrij veel Italiaans en hier en daar wat Engels. Maar wij zijn er uitgekomen.

Mooie kamer, spic en span, nette badkamer, spic en span en een soort voorportaal (waar ik nu zit te tikken). In mijn kamer ontwaarde ik ook een klein ijskastje en dat bracht mij onmiddellijk op een gedachte. Manuela meende mij eerst naar een naburige kroeg te kunnen sturen, maar mij leek een supermarkt een beter plan. Bij het inladen van de boodschappen heb ik kennelijk opnieuw een gelukkige greep gehad, want ik had de klep zo open. Terug bij de B&B waren de gelukkige grepen op en begon zich iets van wanhoop van mij meester te maken. Gelukkig kwam er op dat moment een vriendelijke andere gast. Deze sprak niet alleen Engels, maar wist ook uit te leggen hoe ik de gelukkige greep moest ontdoen van het element toevalstreffer. Kon dus helemaal blij aan de GlenGrant, die in dit land prettig betaalbaar is. Toch ben ik voldoende Scotch-barbaar om bij mijn whisky ijsklontjes als gezelschap te prefereren. Die zijn er dus niet. Uitgeweken naar Ichnuso, het bier van dit eiland en erg prettig weg te kloeken. Omdat ik over een uurtje of 2 een aanlokkelijk klinkend driegangenmenu krijg voorgeschoteld, heb ik de eveneens aangeschafte zoutjes even buiten bereik gezet.

Resteert nog het probleem Wifi. In het ‘voorportaal’ had ik eerst helemaal geen netwerk in de aanbieding en nu een netwerk, waar ik zo mijn twijfels over heb. Moet zo maar eens met mijn laptopje aan de wandel om te kijken of er buiten of in de eetzaal een vertrouwder en sterker signaal te ontdekken valt.

Dat blijkt dus niet het geval. Ook Manuela heeft problemen aan haar meldplicht bij de plaatselijke politie te voldoen. Ik verblijf hier misschien wel illegaal nu.

Maar wel voldaan (afgezien van Wifi). Ik was even weggedommeld en schoof pas 20.45 uur aan voor de avonddis. Een anti pasta keek mij al verwijtend aan. Vervolgens was er ravioli en daarna begreep ik waarom de tafel van die stevige poten had. Ik had bij het tafeltje naast mij al gezien dat er een enorme berg vlees in aantocht was. Inclusief bot. Varkenspoot begreep ik. Super mals en aangenaam van smaak. Maar een hoeveelheid…Vast van een erg zwaar varken geweest. Dat zou de stevige onderdanen verklaren. Flink mijn best gedaan, maar stond voor een voor mij onmogelijke opgave. Een carajillo had ik als afsluiting niet verkeerd gevonden, maar dat drankje kent men hier niet. Ik zag zelfs geen ‘gewone’ koffie. Sluit dus maar af met het laatste slokje bier… Om mijn cholesterolpilletje mee weg te spoelen.

De eerste 50 TV-zenders leverden slechts Italiaans op. Ga nu aan de rest beginnen, maar wellicht dommel ik opnieuw even weg. Hoe dan ook: Tot morgen.

Laatste verslag Andalusië

Ook de laatste volle dag van deze vakantie weinig “sol” en er waren zelfs dieren, die het wat sombere weer dusdanig matig vonden dat zij hun nachtverblijf niet wensten te verlaten en onzichtbaar bleven voor de bezoekers. Voor mij bleek dit een perfect parkje, want er waren weinig grote afstanden te overbruggen. Men heeft kans gezien op betrekkelijk weinig vierkante meters een fraai aanbod te presenteren. Liefhebbers konden zich melden bij een nagemaakte baobab en vervolgens bij de maki’s komen. De ringstaarten waren wat aan de schuwe kant, maar er was een andere soort, waarvan één exemplaar mij kennelijk boeiend vond. Moest mij van dichtbij bekijken. Beschik niet over ‘selfie-kunsten’ maar heb op de goeie gooi iets geschoten. (zie fotoserie)

De nabijgelegen parkeergarage verlaten, bleek problematisch. Automaat lustte mijn credit card niet. En op zo’n moment zit er uiteraard niemand in het kantoortje. Behulpzame Spanjaard kwam ook niet veel verder, maar ontdekte een soort intercomknop. Naar andere automaat verwezen. In optocht die kant op. Door al dit gehannes bijna €.0,40 extra aan parkeertijd moeten betalen. Foei. Toch zeer bijtijds aan etappe naar laatste hotel begonnen. Ik meende dat dit hotel zo’n beetje OP de airport was, maar dat bleek een misvatting. Niet voor het eerst dus heel wat extra kilometers gemaakt om mijn doel te bereiken. Ik ga nu ook niet meer op avontuur. Hoewel het hier niet uitmunt door gezelligheid laat ik mij hier ter plaatse wel verwennen. Er is prima bier, er zijn wat tapas en de aanbeveling van de chef voor vanavond zint mij ook wel. En anders is er desnoods een pizza.

Nu dacht ik dat Le Campanile (mijn laatste hotel hier) van origine Frans was. Niet zo’n woest grote gok bij een dergelijke naam. Klopt ook wel, maar via research kom ik er achter dat de moeder (Europe’s Group du Louvre) inmiddels in Chinese handen is. Wellicht daardoor een wat strakker beleid. Zo is een warme tapas snack pas na een bepaalde tijd verkrijgbaar. En wie op een zaterdagmorgen koffie geserveerd wenst te krijgen, zal toch tot 7.30 uur moeten wachten. Maar dan ook geen seconde langer. Was met warme snack idem. Chinese punctualiteit en niks ‘met de Franse slag’. Ik lees wat gemengde reviews over dit hotel, maar zelf ben ik positief.

Op dag van vertrek veel te vroeg wakker, maar dat is altijd nog een stuk beter dan veel te laat. Na de carajillo van ca. 7.30 uur op mijn gemak naar de luchthaven. Gedurende deze 10 dagen bleek ik 1.788 km te hebben afgelegd. Een bescheiden aantal voor mijn doen. Hoewel ik de heenvlucht met Easyjet had gepleegd, was de terugvlucht met Transavia. Hoewel ik nu de laptop en iPad in een plastic tas had gestopt, werd mij bij de drop off niets gevraagd. Had de handel dus gewoon in de koffer kunnen laten zitten.

Mooi helder weer op terugvlucht en hoewel de ruimbagage verhoudingsgewijs lang op zich liet wachten, haalde ik de trein van 15.23 uur nog net. Aan boord had ik bij Transavia zo’n tapas-schotel(tje) en bier besteld en voor bij de borrel had ik nog een zak in Spanje gekochte chips. Zij hebben daar chips met hamsmaak en die is een heel stuk lekkerder dan de variëteit die men hier onder die titel verkoopt.

Bij het journaal hoor ik dat tal van rechtszaken geen doorgang vinden op de geplande datum/tijd, omdat de verdachte niet, of veel te laat door een bepaalde dienst van justitie wordt afgeleverd. Dat komt zo’n kleine 900 keer per jaar voor. Yes, ik ben weer terug in Nederland. Daar is dus niemand die tegen voor dit gebroddel verantwoordelijke koekenbakkers zegt dat bij een volgende wanprestatie een levenslange bijstand als veroordeling volgt. Nee, hier wordt zoiets hoog op de agenda geplaatst.... Welkom thuis, FraLa.

Andalusië Fuengirola

Eng hoor, dat gezonde gedoe. Sinaasappels en groenvoer eten en aanzienlijk minder whisky tot mij nemen dan gebruikelijk. Waarschijnlijk dat ik om die redenen gisteren een paar uur snipverkouden was. Het liep met stralen uit mijn neus en door dat orgaan ademhalen bleek buitengewoon lastig. En als dan ook nog eens een - naar ik heb begrepen - goed spelend Ajax niet te zien is…

Redelijk vroeg op pad. Ik wist dat tussen Tarifa en Algeciras een koffie- en broodjeszaak gevestigd was en dat er ook een uitkijkpunt (mirador) is. En jawel, ze waren al open. Heel vaag meende ik Afrika aan de overkant van het water te zien, maar het was een bewolkte ochtend en ik was bovendien pas ziek geweest (“geweest”, want verkoudheid had mij lang genoeg geduurd). Bij navraag bleek ik echter niet te ijlen. Voor alle zekerheid een ansicht gekocht. Toen die opname werd gemaakt, was er een braaf zonnetje. Ik vroeg aan de serveerster nog of men expres zulk akelig weer had bij de havens van Tarifa en Algeciras. Een truc om de mensen uit Afrika te ontmoedigen naar Europa te komen? De forse windstoten zouden Ineke “ik waai uit mijn slip” ontlokt hebben.

Volgende stop nabij Gibraltar. Mijn huurauto heeft de kleur van een rijpe banaan en daarmee die apenrots op leek mij vragen om moeilijkheden. (Wie dit niet kent, adviseer ik op You Tube Harrie Jekkers te zoeken en dan iets met een aap met een bril op). Maar een kiekje maken van die rots leek mij wel OK. Er is ook nog zoiets als een grens passeren en daar doen huurautolieden soms moeilijk over. In het aangrenzende La Linea de la Concepcion talloze straatjes doorkruist om een onbelemmerd uitzicht te vinden. Is uiteindelijk gelukt. Voor degenen die niet goed hebben opgelet, kan ik nog melden dat er enkele foto’s aan de fotoserie zijn toegevoegd en dat er nog toevoegingen zullen volgen.

Eerst verder naar Costa del Sol. Costa was er. De “del” kennelijk op vakantie en “Sol” was verstopt achter dikke wolken. Daarmee zakte mijn animo om naar beestjes te kijken. Die zijn bij dit weer allemaal naar binnen of schrijven een aanvraag voor overplaatsing. Eerst maar naar mijn ‘Hostal’ in Fuengirola. Niet in de laatste plaats omdat de straat waaraan Bioparc gevestigd zou moeten zijn bij Tom Tom weer eens onbekend was. (of ik heb met mijn meters dikke vingers weer eens een tikfout gemaakt). Volgende probleem was dat ik mij de naam van mijn hostal wel herinnerde, maar welke straat was het ook alweer? Heb ik vast ergens opgeschreven. Nadruk s.v.p. op “ergens”. Ik blijk dus een slordige 1.100 papiertjes bij mij te hebben en die zijn niet gesorteerd. Op goed geluk de richting genomen die ik mij van Google Maps herinnerde. Alvorens in Barcelona te belanden, achtte ik het tijd voor herbezinning en het doorspitten van de verzamelde werken met aantekeningen. Hielp in eerste instantie geen biet. Mijn onderbewustzijn riep echter iets van Hernan Cortes en dat gaf een goede bingo.

Nu vergeet ik zomaar, dat ik ook langs Marbella ben gereden. Daar kan ik intens verdrietig van worden en ik heb er amper iets van gezien. Hier wonen dus nogal wat mensen, die het in financieel opzicht niet slecht hebben gedaan. Ik fantaseer dan dat ik op een onbewaakt moment met mijn huurkoetsje bij een eetgelegenheid kom aanrijden. Daar word ik dan ontvangen door een man in maatpak, die mij beleefd vraagt of hij mij kan helpen de weg terug te vinden naar het plebs waartoe ik ongetwijfeld behoor. Ik arriveer immers niet per Bentley of tenminste nog een Jaguar of Range Rover.

Voor zover ik dat kon zien, wordt er nog steeds bij gebouwd. En hoger. Maakt het begrip “stapelgek” inzichtelijk.

Bij ‘mijn’ hostal is er een parkeergelegenheid en dat is hier geen overbodige luxe. Er stond bij aankomst echter een auto in de weg. Met mijn gebruikelijke mazzel vond ik om de hoek een plekje en kon ik braaf inchecken. Eenvoudige hut, maar met vriendelijke ‘gewone’ mensen. Gezien de talrijke foto’s van stierenvechters vermoed ik in deze tak van ‘sport’ een verleden. Men is weliswaar liefhebber hier, maar voor een gevecht zal men toch naar Madrid of Sevilla moeten. Er zijn nog wel enkele steden meer, maar de spoeling wordt dun.

Het weer is nu een stuk beter en ik denk dat ik maar eens richting boulevard ga wandelen. Men hoort nog. Hier ben ik weer. Nogal wat mensen rillen nu nog een beetje na. Die zagen mij in hemd met korte mouwen, terwijl zij zelf redelijk stevig ingepakt waren. Ook hier bleek de wind flink zijn best te doen. Niet overdreven ver gewandeld, maar dat zal men van mij ook niet hebben verwacht. Het was in ieder geval ver genoeg om te constateren dat er een grote keus is aan gelegenheden om een vorkje te prikken. Pal hiernaast is Indiaas. Wat verderop heb ik een Thai gezien en daarnaast een ratjetoe van Italiaans, Mexicaans en misschien nog wel meer. Grand Café De Kroon is ook present, maar ik wacht met bitterballen en kroketjes wel tot ik weer thuis ben.

Internet op de kamer is er uitgefloept. Zal wel met de wind te maken hebben. Resetten heeft ongeveer een halve minuut geholpen. In barretje beneden is er een andere ‘zender’. Zal daar mijn geluk eens gaan beproeven, zodat ik ook dit verslag weg krijg.

Ondeugdelijke missie. Ook latere pogingen mislukten. Ik kan er nu bij vertellen dat het eten van Indiase makelij was en voortreffelijk heeft gesmaakt. Nu snap ik eindelijk exact wat er met zuiglam wordt bedoeld. Daar heb je dus geen bestek of wat dan ook voor nodig. Een rietje misschien. Waarom weet ik niet, maar ik kreeg ook nog een whisky van het huis….

Morgen (vandaag op het moment van verzending) naar Bioparc om beestjes te kijken.

Andalusië nabij Tarifa (2)

Is dus een bijzonder korte route door het achterland geworden. Volgens Google Maps beneden bij ‘de grote weg’ links. Dat ging op zich prima, maar na een halve kilometer was er al een onvoorziene splitsing. Rechts zag er niet erg veelbelovend uit. Asfalt hield er duidelijk mee op. Links gaf slechts enkele tientallen meters respijt. Daar hield alles op, tenzij je er woont. Terug naar echte grote weg (N 340) en dan maar eens kijken of er ergens een weggetje te vinden zou zijn waarvoor ik de huurauto niet zou moeten inruilen voor een tractor of iets met rupsbanden. Alvorens zo’n soort afslag te ontdekken zag ik aan de andere kant een horecagelegenheid, die kennelijk al open was. Carajillo! Meteen even gevraagd of daar ’s avonds ook voer werd bereid. Keuken gaat om 16 uur dicht. Wat bof ik toch weer.

Eindje verder een afslag naar zee genomen. Punta Paloma stond er op een bord. Kom ik bij een soort zandverstuiving. Grote ‘grader’ of wiellader probeerde de weg open te houden. Geen idee of het hier een dagtaak betreft, of dat een dergelijk instrument slechts periodiek wordt ingezet. Uiteindelijk loopt de boel dood, maar dat is te verwachten bij een afslag richting zee. Imponerend zijn verder de windmolens. Althans de aantallen. Niet van dat kinderachtige gedoe van zet hier en daar maar een dozijn van die dingen neer. Nee, hier hebben we het al eerder over een gross. Zit een zekere logica in. Als je toch al de horizon hebt vervuild, kan je er gerust nog een aantal bijplaatsen. Maakt niet meer uit.

Volgende vermeldenswaardig feit. Ik zie in de verte heuvels met sneeuw op de toppen. Vreemd, want zo hoog is het hier toch niet. Pas wanneer ik een flink stuk dichterbij ben gekomen, ontrafelt zich dit raadsel. Niks sneeuw. Men heeft de top van de heuvel stampvol met witte huizen gebouwd. Daaronder zie je gewoon groen en rotsblokken. Vejer de la Frontera heet dit oord en je moet er vanaf Tarifa naartoe rijden om zoals ik gefopt te worden.

Bij deze plaats kon ik ‘eindelijk’ richting ‘binnenland’. Naar Medina Sidonia. Doet mij aan Suske en Wiske denken. Daar een stukje over de A 381, maar dat is autoweg en dus per definitie minder relaxed. Weggetje tussendoor gevonden en langs klein stuwmeer gestuurd. Zou het bijna een stuwminder willen noemen. Uiteindelijk kom ik toch weer op die A 381 en via de buitenkant van Algeciras kom ik weer terug op de N 340. Rondje compleet. En vroeg genoeg om in het eerder bezochten carajillopaleis een hapje te eten. Ik zie dat ze hier ook van die typische tortilla’s hebben (tortellita noemt men ze officieel) met van die minigarnaaltjes (camerones). Zij zijn per stuk bestelbaar, dus ik vraag naar het formaat. Vier stuks lijkt mij mooi. Ondanks het feit dat ik al een sinaasappel voor het ontbijt heb genuttigd, besluit ik er een gemengde salade bij te bestellen. “Die is wel groot”, waarschuwt de serveerster mij. Geen woord van gelogen. Had ik het bij een eerdere uitbarsting van groensel tot mij nemen nog over een tevreden konijn, nu zou het beestenspul van een complete kinderboerderij van genoegen hebben geknord. Durf morgen ook niet in de spiegel te kijken. Bang dat ik opeens erg lange oren heb.

Een niet onbelangrijke tip voor mensen die ook in deze buurten gaan sturen. Blijf bij de kleinere wegen vooral binnen de witte lijnen. Er zijn hier soms wegen waarbij de berm een slordige halve meter lager ligt dan de weg.

Uitbuikend hoor ik het hek piepen. Een wat oudere man laat het half open staan en groet mij vriendelijk. Hij loopt een eind door en verdwijnt uit zicht. Niet veel later verschijnt hij weer, maar nu in gezelschap van een aantal koeien en wat kalveren. “Gaat u lekker met ze wandelen”, vraag ik. Hij antwoordt iets met “blij zijn” en ja hoor. Ze zijn amper door het hek naar buiten en de kalveren beginnen vrolijk te huppelen. De man doet het hek dicht en verdwijnt in de richting waaruit hij is gekomen. Het vee dient zich verder zonder hem te vermaken. Ik vind dat humor.

Intussen heeft de TV de geest gegeven. Knippert vriendelijk rood naar mij, maar kijken naar Real Madrid tegen Ajax is er niet bij. Nu is dat slechts echt een ramp als ik morgen gewaar word dat Ajax aan Real alle hoeken van het veld heeft laten zien en er een megascore valt te melden. Die kans acht ik echter verwaarloosbaar. Dus drink ik mijn laatste blikje bier maar TV-loos en ga ik vroeg het mandje in. Morgen even een schuinse blik op Gibraltar werpen en dan door naar Bioparc Fuengirola.

Andalusië nabij Tarifa

Hotel in El Puerto zal ik niet echt missen. Oscar wel een beetje. 2 x Carajillo, flesje water en een mega toast met deels Serrano ham en deels een soort paté: €.5,00. Blij hoofd en tips voor voortzetting van mijn reis krijg ik er gratis bij. Maar eerst nog even ronddolen in Cadiz. Nijvere plaats, waar parkeerplaatsen op straat onvindbaar zijn. Imponerende brug om bij haven te komen. Daar zie je dan zo’n TUI-schip van afstotelijke afmetingen liggen. Ik denk dat zo’n schuit heel Bussum van een slaapplaats kan voorzien. Als ik maar niet mee hoef. Twee pogingen ondernomen om een of ander kasteel te bezoeken/bekijken, maar niet echt fanatiek doorgezet. Terug brug over en na een stukje grote weg afgezakt naar Conil de la Frontera en vandaar de kust blijven volgen. Leuke plaatsjes en idyllische stranden. Bolonia niet overslaan. Hier en daar DHZ-strandtenten en onderweg ook duinen gezien.

In de buurt van Tarifa, alwaar mijn volgende rustplaats, begon het wat somberder te worden en ook de wind nam ernstig in kracht toe. Eerst maar eens op zoek naar Las Cabanas. Jippie, Tom Tom kent de straat weer eens niet. Van het dorpje (La Peña) kent de minkukel slechts het plaatselijk kampeerterrein. Informeren dus maar. Uitgekomen bij net hutje. Soort vakantiewoning met keuken/woonkamer, slaapkamer, badkamer en terrasje. Mega parkeerterrein. Van de keuken zal ik niet veel meer dan de ijskast gebruiken en waarschijnlijk een mesje om de klaar gelegde sinaasappels mee te schillen. Ik hoef nu dus niet in een of andere boom langs de weg te klimmen. Over ‘langs de weg' gesproken. Ik heb vandaag bloeiende zonnebloemen gezien. Echt waar.

Van Tarifa varen er (veer-) boten naar Tanger. Dat doen ze dan maar zonder mij. Het zijn trouwens boten, die op het IJ niet zouden misstaan. Ik weet dat nu allemaal, omdat ik na het vinden van mijn nachthok naar Tarifa ben gereden. Verhuurster Yolanda had een leuke eetgelegenheid aanbevolen en die zou ook nog eens een continu geopende keuken hebben. Tent dankzij Tom Tom dit keer probleemloos gevonden, maar parkeerplaats… Jammer dus. Ja, 18 straten verderop. En dan na het eten moeizaam piekeren waar je je auto ook al weer hebt gelaten. Ik ben steeds meer het type “gemak dient de mens”. Uiteindelijk beland bij een hotel/restaurant zo’n beetje om de hoek bij Las Cabanas en parkeergelegenheid naast de ingang. Zeker voor Spaanse begrippen niet de goedkoopste knabbelgelegenheid, maar de sopa de mariscos (klinkt toch een stuk lekkerder dan zeevruchten soep…???) en een patrijsje smaakten mij er niet minder om. Hallo, het is vakantie!

Bij de plaatselijke Lidl een paar blikjes bier ingeslagen. Ik ben bang dat ik dat morgen nogmaals zal moeten doen.

Eerder genoemde parkeerplek bij de vakantiewoning dient te worden afgesloten met een hek. Dat is dan om te voorkomen dat complete veestapels hier rond gaan banjeren. En het aanbod is hier ZEER divers. Kippen, geiten, koeien, paarden, ezels en varkens zijn hier medeweggebruikers. Hoezo achter hekken of prikkeldraad? Gewoon op, of net naast de straat. Hier wordt invulling gegeven aan de term scharrelvee. En als ik dan lekker toeristisch zo’n scharrelvarken (en toekomstige Serrano ham) wil fotograferen, gaat er iemand achter mij toeteren… Foei toch.

Redelijk goed geslapen vannacht al ben ik er wel even uitgegaan om een extra deken te pakken. Ook in dit deel van Andalusië wordt het dus fris ’s nachts. Krijgen we nu het hoofdstuk ontbijt. Naast wat stukken brood, krijg ik hier bij elke bestelde maaltijd ook een zakje met een soort soepstengels, maar dan van microformaat. Enkele zakjes meegenomen voor tijden als nu. Verder heb ik dus een sinaasappel en mij resteert ook nog een stuk Old Amsterdam (uit NL meegenomen). En een Twix. Ik heb ergens een theezakje gezien en er is een waterkoker, maar beschouw dit maar als kennisgeving.

Voor heden een kleine route in het achterland uitgestippeld. Het ziet er daar nogal donker en dreigend uit, dus ik heb geen haast met vertrekken. Krijgen de cafés onderweg wat extra tijd om open te zijn tegen de tijd dat ik voorbij kom.

In de tussentijd de sinaasappel van zijn jasje ontdaan. Sappig exemplaar. Kan bijna weer onder de douche. Zal dit maar eens naar Reismee sturen. Voor een plek ‘in the middle of nowhere’ is er hier prima Wifi.

Andalusië. Dag 6 (nabij Cadiz)

Maandag 11/2 rond 13.10 uur heb ik mijn ochtendexcursie naar Sanlucar de Barrameda er al opzitten. Van Jerez de la Frontera het binnenste eveneens al bekeken. Noch de badplaats, noch de omgeving, noch de sherryhoofdstad hebben mij opgewonden. Dat heb ik dan gemeen met het oude vestzakhorloge van mijn vader. Wordt ook zelden opgewonden.

Hinderlijk was wel dat mijn ‘stamcafé’ nog niet open was voor ontbijt. Nabij de Carrefour in Jerez een carajillo genuttigd en op genoemd tijdstip zat ik dus heerlijk in het zonnetje aan een oloroso te nippen. Erg lang geleden dat ik aan de sherry zat.

Van Chipiano, Sanlucar de B. en El Puerto de la Santa Maria bevalt Puerto mij het meest. Maar dan wel bij het strand en de boulevard van Valdelagrana. Niet in de laatste plaats vanwege de aanwezigheid daar van mijn stamcafé La Malvasia.

Na de oloroso dacht ik aan een portie Serrano ham en een bitter Kas of een Campari. Uitbater Oscar dacht daar anders over. Heden geen ham en Campari etc. in huis. Wat ik dacht van een portie pittige kaas en een mooie Rioja. Bleek zeer aangenaam behelpen.

Toen Oscar de sherry bracht, suggereerde hij al een visje als maaltijd. Dat heb ik nog even uit weten te stellen, maar met de nadruk op “even”. Eerst op mijn gemak de stukjes kaas opgegeten en met enorm veel plezier zitten kijken hoe Spanjaarden een weg afzetten, omdat ze een eindje verderop aan het werk zijn. Had veel weg van een goed doortimmerde klucht.

Omdat ik het huurkoetsje voor de deur van La Malvasia had geparkeerd, besloot ik dat eerst te verplaatsen naar het hotel. In de tussentijd zou men dan het visje kunnen bakken. Verplaatsing had ook te maken met het feit dat ik best nog zo’n glaasje Rioja bliefde en het evenmin uitgesloten achtte dat ik na een korte uitbuikpauze nog een biertje of een gin-tonic zou gaan bestellen. Het tweede wijntje kreeg ik bij het visje. Rood bij vis vind ik geen enkel probleem. De vis waarschijnlijk ook niet. Puur genieten dus.

“Genieten” is trouwens het sleutelwoord hier. Men dient van het leven te genieten zolang men daartoe nog in staat is. Spanjaarden begrijpen dat als weinig anderen en zij zien ook hoe deze vreemdeling geniet. Waardoor er een soort band ontstaat. Oscar vroeg of ik nog lang zou blijven. Hij had het over dagen niet over uren aan hetzelfde tafeltje. Werd dus een slechtnieuws-gesprek. Maar hij had intussen wel Serrano ham gehaald en morgen – mits ik niet al te vroeg op de stoep sta – kan er daar worden ontbeten. Voorts op de rekening alvast een tweetal biertjes laten opschrijven. Die zijn nu met de creditkaart betaald en ga ik straks wel consumeren.

Op de een of andere manier vermoed ik dat al die mensen die langs het strand en over de boulevard lopen te rennen daar ook van genieten. Zij zullen dat toch echt niet op dokters voorschrift doen. Althans niet allemaal. En ook die lui zou ik willen toeroepen: Geniet zolang het nog kan. Dat toeroepen dient dan met stemverheffing te worden gedaan, of ik moet in gestrekte draf achter die hardlopers aan. Dat laatste wordt het zeker niet en aan dat eerste wordt nog gewerkt.

Vooraf betaalde biertjes zijn nu op. Nog steeds warm genoeg om op het terras te zitten (17.15 uur). Het hotel heeft een sfeer, die ik het best zou kunnen vergelijken met een aula van een uitvaartcentrum (bij ontvangst). Aan de receptie gevraagd naar het Frontera-raadsel. Heeft dus te maken met het front toen er hier nog Arabieren aan het stoeien waren. Ik ben ook even langs de hotelbar gelopen. Barman heeft – geloof ik – oppasdienst voor zijn kleinzoon. Overweeg de man aan het schrikken te maken en er een bestelling te plaatsen. Zal voor de zekerheid een Sudoko meenemen.

Het is nu bijna 19.00 uur en ik ben inmiddels terug van het plaatsen van een bestelling aan de hotelbar. Het zal de trouwe lezers niet verbazen als ik stel te kunnen bogen op een redelijk brede ervaring als het op barbezoek aankomt. Niet geheel onverwacht ben ik heden een unieke ervaring rijker. Excuses richting uitvaartwezen zijn op zijn plaats. Dit is een bar waar je spontaan alcoholische en gemakshalve ook maar meteen non-alcoholische versnaperingen voor afzweert. Je overweegt een cursus breien. Of je geeft je op voor iets met afgebrande lucifers mozaïeken. Zolang je maar niet in de verleiding komt ooit nog een keer een bar te bezoeken. Misschien is dit een barman die ernstig gaat hyperventileren als hij op één dag meer dan 3 bestellingen moet afwerken en was ik de derde… Na het correct inschenken van mijn gin-tonic vluchtte hij met onbekende bestemming. Even wat knabbels halen, of een schoteltje met olijven dacht ik nog optimistisch. Niet dus. Misschien als de dood dat ik hem iets zou vragen (ik had hem – heel vals - in het Engels aangesproken) en hij zou daarop moeten antwoorden... Mijn hemel wat een armoede. En toch nog €.5,50 voor een gin-tonic vragen. Maar verder een prima hotel hoor. Om te slapen en de auto te parkeren. Voor het overige: wegwezen. Maar ik heb nu wel weer iets om over te schrijven. Yes!

Andalusië. Dag 5 nabij Cadiz

Korte etappe vandaag. Nog geen 3 uur sturen. In Duitsland zou men het over een Katzensprung hebben. Een Katzensprung wil nog wel eens eindigen met een dode mus. Of een dode muis...

Ondanks vroege start was er geen noodzaak tot krabben van autoruiten. Ontbijt overgeslagen. Gisteren was ik aan de late kant en werd ik naar de bar verwezen. Carajillo en een tostada (met wat olijfolie) is behelpen, maar het was mijn eigen keus. Vanmorgen was er wel e.e.a. uitgestald, maar ik vond het maar een ongezellige ruimte en zag ook geen expresso-apparaat voor het (laten) maken van een carajillo. En de bar was nog dicht. Onderweg mijn geluk maar eens beproeven.

Eerste deel van rit was fraai tot zeer fraai. Klein stukje richting Sevilla en dan afslaan richting Grazalema. Vlak voor Grazalema linksaf naar Ubrique en vervolgens naar Arcos de la Frontera. Bergen werden fraai beschenen door zon die net achter andere bergen verscheen. Nabij Arcos etc. mijn carajillo kunnen bestellen, alsmede een kant en klare koek met crème in de ingewanden en een chocolade korstje aan de buitenkant. Chocolade vulling en een crème korstje was ook mogelijk geweest. Dienstdoende bardame eens gevraagd waar dat ‘de la Frontera’ op sloeg. Later zou ook nog Jerez de la Frontera volgen. Frontera is “grens” en zo’n plaatsnaam verwacht je dan in de buurt van Portugal, of Frankrijk. Maar over welke grens heeft men het hier? Weet ik nu dus nog steeds niet. Eindbestemming nog even gepasseerd en eerst naar Cipriano doorgereden. Geen onaardig plaatsje, maar volgens mij nog niet helemaal wakker. Veel strand met weinig badgasten. Voordeel van zo’n plaatsje deze tijd van het jaar bekijken, is dat je aan de rand van de boulevard nog een parkeerplekje kan vinden. Nu is turen naar een vrijwel leeg strand niet zo gek lang echt boeiend. Voorwaarts naar Hotel Puerto Bahia in El Puerto de Sta Maria. Nette hut, maar wel een vette onvoldoende gescoord door bij de receptie het (voor mij) wereldrecord ‘klant laten wachten’ te verbeteren. Leesvoer van map op de kamer bracht mij ook niet in verrukking. Beetje (boel) duitendieven. Derhalve rap besloten voedsel en drank elders te bestellen. €.15,- voor ontbijt (met slechte review). Doe even. Vlakbij het hotel was er gelukkig een forse keus aan neringdoenden op het gebied van eten en drinken. Neergestreken op een zonnig terras en een forse vaas bier besteld. Op de kaart zag ik dat men (o.a.) van die tortilla’s met kleine garnaaltjes serveerde. Ik had daarover een tip gekregen van iemand uit het Baskenland. Voor de vitamientjes een salade van het huis erbij. Zou een konijn zeer tevreden mee zijn geweest. Afgezien van de tonijn misschien, maar dat vind ik nu juist wel weer lekker. Die tortilla’s (ik kreeg er 3, van een fors formaat kletskop) smaakten mij uitstekend, dus nog maar een portie besteld. Mega-vrolijke ober, dus die tent heeft er een vaste klant bij. Straks een varkenshaasje (?) en morgenochtend maar eens kijken wat het ontbijt mij doet. Op bankje bij boulevard uitgebuikt. Ook hier was er amper een kip op het strand. Die horen daar natuurlijk ook helemaal niet, maar men begrijpt wat ik bedoel. Op het strand - voor zover ik kon zien en dat was vrij ver – slechts 2 strandtenten. Aan de praat geraakt met moeder en dochter, die naast mij op het bankje waren neergestreken. Zomers zou strand redelijk vol zijn…

Ga ik rond 20 uur opgetogen en verwachtingsvol naar mijn stekkie van hedenmiddag, is de tent gesloten en alle buren idem. Slechts bij één knabbelpaleis brandde het licht nog en de keuken bleek ook nog open. Vanmiddag was ik er al keihard voorbij gelopen. Geen idee wat ik er zo onaantrekkelijk aan vond/vind. Misschien iets met kleurstelling? Omdat ik geen zin had om met de auto op avontuur te gaan mijn bestelling toch maar daar geplaatst. Alvorens daar aan toe te komen, mocht ik eerst iets van het huis proeven. Schoteltje met 4 middelgrote garnalen en daarna 2 x iets met mosselen. Veelbelovende start. Overmoedig behalve de varkenshaas ook een portie kroketjes (?) besteld. Leken een beetje op ‘onze’ bitterballen. Varkenshaas was een beetje aan de droge kant. Op bediening was niets aan te merken en dat scheelt weer energie.


Andalusië. Dag 4: Ronda e.o.

De inkt over dode mussen die van daken vallen is amper droog of ik moet de voorruit ijsvrij maken. Werd geen omvangrijke klus, maar het betekent wel dat het ’s nachts best fris kan worden. Geprobeerd Carrefour een herkansing te geven voor een nieuwe riem. Of het verkeerde straatje in de Tom Tom geklopt, of de Carrefour is dusdanig gekrompen dat je ‘m over het hoofd ziet. Door naar de Puente Nuevo, want die moet je gezien hebben als je in Ronda bent. (nog) Niet gezien. Zojuist nogmaals die kant op geweest en ik vermoed dat deze brug zich ergens onder de menigte van enkele honderden, zo niet duizenden toeristen bevond. Om mijn niet onaanzienlijke gewicht daar nog eens aan toe te voegen, leek mij eigenlijk onverantwoord. Bovendien zag ik nergens een nette parkeerplaats. Vanmorgen daarentegen de Puente Viejo uitgebreid bewonderd. En daarvandaan snel de provincie in. Voor de kaartlezers: Eerst naar Atajate en vervolgens naar Cortes de la Frontera. Absolute aanrader. Stukje richting Ubrique en toen terug over A 373 en rechtsaf geslagen naar El Comenar. Absolute afrader. Er zou daar een ruim aanbod aan verschillende boomsoorten zijn, alsmede vele vogelsoorten. Ik ben te beleefd om dat tegen te spreken, maar mijn aandacht werd voor een (te) belangrijk deel in beslag genomen door het ontwijken van allerlei onvolkomenheden in het wegdek. Gaten, scheuren, uithollingen overdwars en nog veel meer van dat soort ongein. En niet af en toe eens een ongerechtigheid, nee meer een kwestie van af en toe eens een normaal stukje weg. Volgens mijn navigatie zou deze martelgang nog een dik half uur blijven voortduren en daarbij ga ik dan eigenlijk nog uit van normale omstandigheden. Normaliter ben ik niet snel iemand die dezelfde weg terug neemt, maar dit keer dus wel.

Ondanks al het gehobbel toch nog vrij vroeg terug in Ronda. Grote winkel gevonden (wel een stuk kleiner dan Carrefour), waar men ook non-food verkocht. Geen riem in het assortiment, maar wel (weer) nieuwe batterijen. En een pakje Twix voor de lekkere trek onderweg. Kassatante toch nog maar even gevraagd of men inderdaad geen broekriemen verkocht. Niet dus. Maar op amper 40 meter van die kassa is er een winkel waar naast schoenen ook broekriemen worden verkocht…. Niet eens teruggegaan naar kassadame om haar in de lade van haar eigen kassa te frommelen en vervolgens een bordje neer te zetten dat het uitsluitend een pinkassa is.

Op de kamer enkele foto’s gedownload. Ook een tweetal naar Flickr. Voorts een eerder aangeschaft pakje Serranoham geopend en wat plakjes weg zitten smikkelen. Ik had ook nog een homp Old Amsterdam en de combinatie van beide deed mij naar bier verlangen. Een probleem dat met een aan het hotel grenzende bar razendsnel is opgelost. Daarna dus de herkansing voor die Puente Nuevo en om het verdriet van onvolkomen bezoek aan Ronda weg te spoelen bij terugkomst in het hotel nog maar een biertje.

Vandaag zonder dorpelingen lastig te vallen toch aan de weet gekomen waarmee men in deze streken het brood verdient. Men houdt varkens en als die braaf hun kostje bij elkaar scharrelen en als Jamon Serrano eindigen, is het kostje van hun baasje ook weer gekocht. Ik heb wel eens begrepen dat die varkens eikels moeten eten om zo die speciale smaak te krijgen. Moeten ze wel zelf zoeken, dus ik heb niet de indruk dat deze varkenshouders rap oververmoeid raken. En dat is dan weer goed voor de horeca.