FraLa-Op-reis.reismee.nl

Algarve(2)

Na mijn tripje langs de kust dus bijtijds terug in de B&B van Christopher & Tina. Qua naam dacht ik oorspronkelijk met Britse onderdanen te maken te hebben, maar zij zijn van Duitse komaf. Erg prettige lui en prima gastheer/-vrouw.

Na het tikken van mijn vorig verslag even buiten gespeeld. Het stel uit Gorinchem, dat ik inmiddels ken als Sietske en Peter, zat daar een sigaretje te paffen. Zij bleek verpleegkundige en houdt zich (o.a.) bezig met mensen met meerdere beperkingen. Doof EN blind bijvoorbeeld en dat vergt het opdoen van hetzelfde geurtje. Peter is huisschilder en heeft daar een handig formaat voor. Menig plafond schildert hij m.i. vrolijk uit stand. Zij zouden in het nabijgelegen OlhĂŁo gaan eten en ik heb mij spontaan opgedrongen als gezelschapsheer. GedrieĂ«n naar een tent waar zij al eerder hadden geknabbeld en na het aldaar gebodene te hebben genuttigd, snap ik dit herhalingsgedrag volkomen. Ik had gekozen voor een combinatie van vlees en vis. De vis was stiekem vervangen door tal van schelpdieren en een aantal forse garnalen. Erg lekker en ruim voldoende. Blijkbaar weer zo’n restaurant waar men bang is controle te krijgen van een of andere inspecteur, die erop toeziet dat gasten niet met een hongergevoel vertrekken. De huiswijn zou ik graag als thuiswijn zien en (uiteraard) heb ik een Licor de Beirao bij de koffie besteld. Bij de B&B heb ik mij ontfermd over een resterend kloekje wijn. Mocht van Christopher
 Bleek – net als de eerder genoten biertjes – van het huis. Fijn huis dus.

Volgende morgen weer samen met alle andere gasten ontbeten. Dat was wederom wat de Duitsers ‘reichhaltig’ noemen. En Christopher verhaalt er intussen lustig op los. Hij weet dingen over de Algarve, die de Algarve zelf nog niet eens weet. Er bleek en nieuw stel te zijn gearriveerd. Uit de Oekraine nog wel. In tegenstelling tot het in Lyon wonende stel Oekrainers, woonde dit stel in Oekraine zelf. Kennelijk ook een voorliefde voor Portugal, want zij waren ook al op de Azoren geweest. De vrouwelijke partner had de laatste keer waarschijnlijk een blinde kapper bezocht. Het kapsel zou ik “Koep toverbal” willen noemen. Zeker geen coupe. Er zaten tal van kleuren in en een vreemd soort paars overheerste. Zij spraken echter prima Engels en zo kon ik de kennismaking met mijn Oekraiense overburen delen. Voor wie dat heeft gemist: Ik had via Google Translate op “hartelijk welkom” in het Oekraiens geoefend, maar toen ik mijn huisvlijt op de arriverende overburen losliet, kreeg ik als commentaar: Sorry we don’t speak Dutch.

Na het wederom overvloedig ontbijt afscheid genomen van Sietske, Peter en de vriendelijke uitbaters en mij op weg begeven voor een vrij forse trip. Volgens Google Maps 391 km en 6 uur + 13 minuten. Kleine weggetjes. Dat spreekt. Dat impliceert dat ik voor Tom Tom steeds deelopdrachten moet invoeren, anders word ik rap naar een snelweg geleid. Vooral in het begin van deze tocht was de begroeiing vooral laag. Ik denk daarbij aan kreupelhout, hoewel ik mij dan altijd afvraag hoe dat hout ooit kreupel is geworden. Het is daar een type bebossing waar ik everzwijnen verwacht. En herten, want die steken daar kennelijk over. Eekhoorntjes zal men er, denk ik, vergeefs zoeken. Dat vind je terug op de menukaarten daar. Bijna elk restaurant heeft er wel everzwijn op staan, maar eekhoorn ben ik nog nooit tegengekomen.

Om op deze route bij een kop-staart-ongeluk betrokken te geraken, moet je akelig goed kunnen timen. Amper verkeer dus. Ik zie wel met zekere regelmaat een bushalte. Soms op plekken waarbij ik mij geen andere reden voor een dergelijke halte kan voorstellen dan dat daar jagers uitstappen om op everzwijn te jagen. Hoe zij dan met hun eventuele buit weer in de bewoonde wereld terugkeren is iets voor nadere studie.

Behalve onbegrijpelijke halteplaatsen zie ik soms ook bouwseltjes, die men met een beetje goede wil een woning zou kunnen noemen. Althans dat zal ooit de bedoeling zijn geweest. Nu is de transitie van “onverklaarbaar bewoond” naar “onbewoonbaar verklaard” volkomen logisch. Zij vormen nu een lustoord voor lieden die graffiti leuk vinden


Bij een wat grotere plaats zie ik een soort burcht boven het geheel uitsteken. Er zullen vast wel mensen zijn die dan nieuwsgierig naar boven tuffen, bij die burcht parkeren en al dan niet na betaling van een kleine bijdrage om dit stukje verleden te behouden de trans bestijgen en daar de naderende vijand wensen te begluren. Volkomen tevergeefs uiteraard en dus rest weinig anders dan te kijken via welk kronkelweggetje men de burcht heeft bereikt. Het verrichten van dergelijke zinloze handelingen heb ik al geruime tijd achter mij gelaten.

Soms rijd ik door een plaatsje waar men al in Kerststemming is en de feestverlichting heeft aangestoken. Mijn Focus besluit zich aan te passen. Na het lampje over de bandenspanning krijg ik nu een heel verhaal voorgeschoteld en ik begrijp dat er iets met olie moet gebeuren. Na eindelijk een benzinestation te hebben bereikt, verklaart iemand met meer kennis van het Portugees, dat ik moet olie verversen. Maar niet daar. Ergens een vriendelijke inboorling gevonden en die bracht mij naar het industrieterrein en een aldaar in olie verversen gespecialiseerd bedrijf. Een uur later en een flink bedrag armer kon ik mijn reis voortzetten zonder met klotsende oksels achter het stuur te zitten. Met olie dient enige voorzichtigheid in acht te worden genomen. Helemaal in een streek waar ‘in the middle of nowhere’ een zeer populaire benaming is. E.e.a. betekende dat ik het laatste deel in het donker moest afleggen. Ik was inmiddels tot de vervelende ontdekking gekomen dat Tom Tom de straatnaam van mijn hotel niet kende. Ach dan pak ik “centrum” en daar zie ik ergens wel een bordje met verwijzing naar het hotel. Niet dus. Opnieuw krijg ik ‘in the middle of nowhere’ de boodschap dat ik de bestemming heb bereikt. Ik rijd nog wat door en kom bij iets wat lijkt op een oude vesting. Desgevraagd verwijst men mij rechtdoor. Focus blijkt net smal genoeg en na het afleggen van diverse proeven van bekwaamheid op het gebied van stuurmanskunst de vesting zonder kleerscheuren kunnen verlaten. Het hotel bellen bleek hetzelfde resultaat als bij de B&B. Antwoordapparaat. Nog maar eens vragen hier en daar. Soms kent men het hotel en krijg je in vloeiend Portugees uitleg hoe je daar moet komen
 Maar het is uiteindelijk gelukt. Net hotel en fraaie kamer. Alleen heeft men bij de verlichting vooral het element sfeer in de gaten gehouden. Op de laptop werken en scheren is gehannes in de schaduw.

Het inpandig restaurant bood vooral stoofpotgerechten. Daarbij loop ik het risico dat er allerlei zeer gezonde elementen in verwerkt zitten en daarvan kan mijn lichaam best wel eens schrikken. Na mijn welverdiende whisky, die extra aangenaam was door de daarbij gekozen kaas als borrelhapje, zat ik even later aan de patrijs. Eindelijk eens een portie waarbij niet een flink deel retour keuken ging. Het was ook slechts een halve.

Prima bed. Redelijk geslapen en ik tik dit nu in het ontbijtzaaltje. Raar broodje gegeten. Een soort kruising tussen wat wij onder broodje verstaan en een mislukte cake. Bekertje yoghurt en prima koffie maken van mij echter een tevreden mens.

Ik ga zo eens kijken wat ik in deze buurt allemaal dien te doen. Dit stukje gaat nu naar Reismee.

Algarve (1)

Inderdaad, ik ben weer de hort op. Naar Zuid Portugal dit keer. Transavia hanteerde op de datum van mijn boeking een uiterst aantrekkelijk tarief en daar kon ik moeilijk weerstand aan bieden. Alsof ik excuses nodig heb. Het feit dat er nog een bedrag voor een koffer in het ruim bijkwam, was ook al geen reden deze trip geen doorgang te laten vinden. Als dan ook de prijzen voor een huurauto en de accommodatie enorm meevallen, is de beslissing snel genomen. Bovendien was Portugal mij prima bevallen.

Ik begin in de buurt van Faro en maak vervolgens een kleine rondreis. Daarna verblijf ik 8 dagen in een appartement. Om mij niet met rugpijn te laten starten en ik een beetje huiverig was of ‘mijn gate’ niet weer eens halverwege Badhoevedorp zou zijn, besloot ik op een gegeven moment assistentie aan te vragen. Je moet dan wel zelf bij die assistentieclub zien te komen. In speciale gevallen bestaat wellicht de mogelijkheid te worden opgehaald bij de incheckbalie, maar dat blijft voor mij vooralsnog geheim. Ik voelde mij goed genoeg braaf naast de rolstoel en begeleider te wandelen. Was ook nier zo ver. Je wordt afgezet bij een soort tussenstation en daar word je dan later opgehaald en naar de gate vervoerd. Dat ging met nog enkele patiĂ«nten in zo’n karretje. Bij de gate mag je met voorrang het vliegtuig in en dat scheelt weer gehannes met je handbagage. Gehannes? Jazeker. Er wordt diverse keren omgeroepen dat men slechts de trolleys in de bagagerekken dient te deponeren en jassen en kleine tasjes onder de stoel voor je. Omdat ik als een van de eersten binnen was, kon ik braaf waarnemen hoe tal van aanhangers van “alleen op de wereld”, jassen, kleine tassen, tassen met taxfree artikelen, paraplu’s en nog meer ongein met losse pols in de rekken deden verdwijnen. En als bij stoelen A, B en C de rekken vol zitten, dan knikker je toch je handel boven de stoelen D, E en F. Allemaal onder het motto “ik ben het kwijt en na mij de zondvloed”. Ik ben dan altijd blij dat ik niet de purser of steward ben, want ik zou mijn baan waarschijnlijk snel kwijt zijn geweest. Ik zou uit protest alle artikelen, die niet onder trolley vallen op het gangpad donderen en vervolgens omroepen dat men zijn eigendommen dient te verzamelen en conform eerder gegeven instructie op te bergen. En dat de gezagvoerder pas kan vertrekken als het gangpad schoon is


Kort voor landing krijg ik het verzoek te blijven zitten en andere passagiers eerst te laten uitstappen, zodat de rolstoelduwers niet in het gedrang komen. Ik besloot dit keer niet stoer te doen en de assistentie volledig te ondergaan. Tot aan het oppikken van de ruimbagage was het allemaal niet zo’n punt geweest, maar voor mijn huurauto diende ik mij naar Park 4 te begeven en dat bleek best een tippel. Nu dus niet.

Op Park 4 verwachtte ik een ‘busje komt zo’, maar het busje bleek er al te zijn. Ik was de enige klant, dus er kon rap worden vertrokken. Ook het in ontvangst nemen van de Ford Focus (nog geen €.10,-dag J) ging vlot. En dat was maar goed ook.

Mijn slaapstee voor de eerste 2 nachten was aan een straat zonder naam en daar houdt Tom Tom niet van. OK, dan gebruik je toch coördinaten. Thuis uitgeprobeerd, maar op de een of andere manier kwam ik niet op de plek waar ik moest zijn. Een nabij gelegen restaurant als richtadres gebruikt. Vandaar zou ik met een uitgetypte route-omschrijving het vervolg plegen. Helaas bleken de coördinaten van het restaurant ook niet te kloppen. Als een aangeschoten vleermuis wat door de omgeving gekard en laat ik nu een bordje met de naam van het gezochte restaurant aantreffen. Jippie. Maar toen bedacht ik mij dat ik niet precies had opgeschreven in welke richting ik moest beginnen. Binnen maar even vragen. Helaas bleek geen kip ooit te hebben gehoord van de gezochte B&B. Uitbaters gebeld. Krijg ik een soort antwoordapparaat. Ook nog eens in het Portugees, dus lekker verhelderend.

Deel 2 van de aangeschoten vleermuis. Daarbij was ik wel warm, want via door mij geprinte plattegrondjes was ik door het restaurantpersoneel wel in de goede richting gestuurd. Ik moest ergens een onverharde weg nemen. Deed ik, maar het bleek niet de goede. Ik besloot een tweede poging te wagen voor een telefonisch contact. Hoera, 5 gemiste oproepen. Met een Duits nummer erbij (uitbaters komen daar vandaan
). Op het kruispunt vanwaar ik belde zag ik een aanwijzing waar men iets aan had. Daar moest ik maar heen gaan en dan zou men mij daar ophalen. Is gelukt. Buitengewoon plezierige mensen. Klikte meteen. Bovendien had men een biertje voor mij klaar staan en daar was ik duidelijk aan toe. Ook meteen kennis gemaakt met een NL-echtpaar uit Gorinchem. Hebben het hier duidelijk naar hun zin.

Na een prima nachtrust gezamenlijk ontbijt. Er was ook nog een Duits echtpaar bij. Zeer compleet ontbijt.

Omdat ik bij aankomst een waarschuwingslampje aan het branden had gekregen (bandenspanning of lek?) eerst maar eens richting bandenspecialist. Bleek kwestie van pompen. Kosten? €.0,0! Leuk volk die Portugezen. Verderop de tank volgegooid (Focus lust diesel) en een stuk oostwaarts gereden. Mooi zonnig weer en de Focus rijdt ook als een zonnetje. De weg is niet echt een kustweg. Op sommige plaatsen kan je de auto parkeren en bestaat de mogelijkheid naar het strand te kuieren. Praia do Barril bijvoorbeeld. Dat was best een aardig eind, zo leek mij en bovendien had ik geen idee wat ik precies bij dat strand zou moeten doen. Ik had ook geen emmertje en schepje bij mij. Kortom, die wandeling tussen schorren en slikken achtte ik niet aan mij besteed. Bij ‘schorren’ moest ik even denken aan een verzamelnaam voor mensen, die recent de longen uit hun lijf hebben geschreeuwd en nu nog slechts een raspend geluid voortbrengen. Bij het plaatsje Santa Luzia even aan de boulevard verwijld. Je kijkt daar niet op zee uit, maar op een soort rivier of een deel van een deltagebied. Heel veel bootjes die daar een beetje bezig waren een stilleven te vormen. Een soortgelijke visite gepleegd aan Cacela Velha. Daar bevonden zich een tweetal catamarans waarmee een tocht gemaakt kon worden. Maar vandaag dus niet. Of misschien zelfs pas weer als het nieuwe seizoen aanbreekt.

Ik besloot bijtijds aan de terugweg te beginnen, want ik had geen zin om opnieuw dwaallichtje te gaan spelen. Op Tom Tom ’s ochtends geprobeerd de coördinaten van “u bevindt zich hier” te noteren. Dat lukte prima, maar toen ik die coördinaten als nieuwe bestemming had ingevoerd, kreeg ik niet de melding “bestemming bereikt”. Als mijn Tom Tom een speen zou zijn geweest, had ik hem nu ‘fopspeen’ genoemd. Omdat ik alle eventueel behulpzame papieren op mijn kamer had laten liggen, moest ik voornamelijk op mijn geheugen vertrouwen. Ging bijna goed. Vermoedelijk Ă©Ă©n landweggetje te vroeg genomen, want ik kwam uiteindelijk op een verharde weg waar ik die morgen ook al was geweest onderweg naar de bandenboer. Via ander karrenspoor retour en na korte tijd had ik een correcte bingo en kon ik aan dit verslag beginnen. Morgen gaat het een flink stuk naar het noorden en dien ik uiteindelijk in MarvĂŁo terecht te komen. Aldaar een hotel aan een geasfalteerde weg. Yes!

10 oktober een fraaie rit en 11 oktober de terugreis

10/10

Van de uitbaters van het hotel had ik begrepen dat een rit richting Porto Covo en nog wat kustplaatsjes aan te bevelen is. Van ‘moeder Jacqueline’ kreeg ik te horen dat het nabij gelegen safaripark weliswaar best aardig was, maar dat het naar bijvoorbeeld het apeneiland een stevige wandeling was. Daarmee was het toegangsbiljet voor mij uitgespaard. Om met een treintje naar enkele giraffen en een nijlpaard te turen, leek mij niet zo woest boeiend. Het safaripark is overigens redelijk verstopt, zo had ik tijdens mijn omzwervingen op 9 okt. al geconstateerd.

Bij een kust is dat verstoppen een stuk lastiger en dat was in dit geval maar goed ook. Er waren zeer fraaie stranden met soms diepe afdalingen en rotspartijen, zodat er flink gekiekt kon worden. Er zijn dus inderdaad nieuwe foto’s aan de serie toegevoegd. En een zeer aparte foto, maar daarover later meer.

Porto Covo en Vila Nova de Milfontes zijn, zeker deze tijd van het jaar, alleraardigste kustplaatsjes. In de zomer zou het zomaar kunnen zijn dat er bij aankomst nog uitsluitend staanplaatsen beschikbaar zijn. Bij het binnenrijden van het meest zuidelijk plaatsje gedurende deze trip (voor liefhebbers van wegenkaarten dan wel google maps: Zambujeira do Mar) zag ik uit een ooghoek een klein Indiaas Restaurant/Take away. Eerst nog even naar de kust en toen terug naar India. Een vrij late lunch zou moeten betekenen dat ik ’s avonds in het dorpsrestaurant niet opnieuw met een half varken zou moeten gaan worstelen. Over mijn hapje Indiaas voer in Fuengirola van begin dit jaar kan ik nog steeds aangenaam mijmeren. En het is meestal vrij licht verteerbaar. Wegens enorm succes opnieuw eerst iets met garnalen en vervolgens iets met lam. Waaruit “iets” precies bestond, durf ik niet te zeggen, maar het belangrijkste was dat het erg lekker smaakte. Bereiding was anders dan in Fuengirola, maar ook hier was het allerplezierigst knabbelen geblazen. Mocht ik later nog wat ‘lekkere trek’ ontwikkelen, dan had ik nog wat chips. Terug in Santo AndrĂ© (dan wel Deixa o Resto) regelde uitbater Ronald dat ik op het terras bij het zwembad een koel biertje kon drinken. Het laatste flesje mee naar de kamer genomen en inderdaad wat chipjes gesmikkeld. Foto’s naar laptop overgebracht en alvast koffer gepakt. Op een gegeven moment hoorde ik gezellig gebabbel in de zitkamer (bijna) naast mijn kamer. De Britten waren terug van het dorpsrestaurant en hielden nog een beetje happy hour. Gezellig even meegedaan. Was hier pas mijn tweede whisky


11/10 Bijna de laatste dag van al mijn vakanties ooit.

Het begon allemaal prima. Het gebruikelijke lekkere ontbijt. Daarna de overrijpe Britten uitzwaaien. Bij het afscheid geknuffeld worden door Jacqueline en conform de tip van echtgenoot Ronald naar Troia gereden om daar met een pont over te steken naar SetĂșbal. Vandaar opnieuw een fraai stukje Portugese kust gevolgd. Tot Cabo Espichel en toen toch maar retour richting autoverhuur. Dat adres stond onder favorieten van de auto J. Daar was het een drukte van belang. De intake-dame gaat de auto inspecteren en roept mij met een gekruld vingertje tot zich. Zij wijst op het linker voorwiel en toen ik haar niet begrijpend aankeek, wees zij met haar balpen naar een randje op de velg, dat er iets anders uitzag dan de rest van de velg. (zie foto) “New damage” bitste zij mij verwijtend toe. Isn’t on the contract. "Had je nooit ontdekt als het wiel een kwart of halve slag verder gedraaid zou zijn", bitste ik terug. En om die reden zal het dan ook wel niet ‘on the contract’ staan, want IK heb die ‘schade’ NIET veroorzaakt (ik zou niet eens weten hoe dat zou moeten). Juf kijkt mij aan met een blik van je denkt toch niet dat wij een klant eerder geloven dan een collega?Dat was het moment waarop ik buitengewoon serieus overwoog het ielige kippennekje van dat vrouwtje om te draaien. Zoiets geeft echter ‘gedoe’ en hoewel een veroordeling tot levenslang in mijn geval in jaren (volgens de kansberekening) tamelijk overzichtelijk is, impliceert het ook dat je niet meer op vakantie kunt gaan. Vandaar de aanhef m.b.t. deze dag.

Thuis het betreffende papiertje er nog maar een keer bij gepakt en ik zie dat bij “schade” onder de kolom ‘measure’/’meten’ het woord contrato staat. €.150,- exclusief 23% b.t.w. Kassa! Ik mag dat natuurlijk niet zeggen, want dan zou er sprake kunnen zijn van laster, maar ik denk (en ik mag denken wat ik wil) dat deze schade niet voor het eerst bij een huurder in rekening is gebracht. En ook niet voor het laatst. Misschien dat ze het wiel af en toe op een andere auto zetten om niet op te vallen??? Het zal duidelijk zijn dat het toetsenbord van mijn laptop weer drukke tijden tegemoet gaat. In principe ben ik voor dit soort schade via zo’n restitutiepolis verzekerd, maar ik zal toch niet nalaten mijn gedachten over deze gang van zaken allerwege kenbaar te maken.

Het gehannes met die bijna vermoorde krielkip betekende dat ik op de luchthaven niet nog eens uitgebreid een afkoelingsbiertje kon bestellen. Ik moest immers eerst nog inchecken, want dat had ik wederom bewust niet via internet gedaan. Zijn er uitsluitend van die apparaten en balies voor drop-off. Zuchtend op schermpje getikt en met mijn instapkaart en koffer naar de drop-off. Haha, dat gaat zomaar niet. Ook je kofferlabel moet via dat machientje. Maar hoe werd niet bepaald duidelijk aangegeven. Ik zag naast mij een man in een uniform van de TAP iemand assisteren en die heb ik dus meteen geclaimd voor zijn volgende hulpklus. Security ging redelijk rap en er werd ook mooi op tijd met boarden begonnen. En als dan iedereen in het vliegtuig zit, blijkt dat de luchtverkeersleiding in Frankrijk dit toestel (en andere) er niet ook nog eens bij kan hebben. Althans dat beweert de gezagvoerder. Wachten dus. En niet zo’n beetje. Met 60 minuten vertraging de lucht in. Cliff begon al te vrezen dat er op een laat tijdstip weer een telefoontje van mij zou komen, omdat er geen trein meer ging. Nu viel de vertraging bij aankomst nog wel mee, maar lang taxiĂ«n en lang wachten op mijn koffer betekende dat ik slechts met enige moeite de trein van 23.57 uur haalde. Nu gaan er op vrijdag en zaterdag ook later nog enkele treinen, maar het is bij een doordeweekse vlucht wel iets om in de gaten te houden. TAP had mij trouwens – geheel ongevraagd – op stoel 8D ingecheckt. Dat viel nog onder economy extra en idd had ik aangenaam veel beenruimte. Mocht TAP echter veronderstellen dat het mij aangedane leed en mijn klacht over de – naar mijn idee - teveel betaalde €.26,- voor ‘gewone’ stoelen daarmee is afgedaan, dan vergist men zich.

Eenmaal thuis heb ik opnieuw (nog steeds) problemen met internet. Er gaat nu een repeater worden besteld. In de woonkamer heb ik namelijk geen probleem. Toch blijf ik het vreemd vinden dat mijn antieke laptop het op de werkkamer wel gewoon doet


Het feit dat ik nu aan de eettafel zit te tikken, is er misschien de oorzaak van dat ik trek begin te krijgen. Even naar de super en weer in het NL-ritme komen.

Van TAP krijg ik zojuist bericht dat zij mijn (vervolg-) klacht hebben ontvangen. Voor het schrijven van de klacht rond autoverhuurder Turisprime dien ik mijzelf eerst nog wat krachtvoer toe te dienen. Dus – ik val in herhaling - op naar de supermarkt.

8 + 9 oktober, Portugal (vaste land)

Zojuist (8/10) mijn laatste ontbijt hier genoten. Klinkt toch een stuk onschuldiger dan ‘het laatste avondmaal’. De manager zou mij graag nogmaals zien terugkomen en stelde voor dat ik de kamers op de bovenste etage zou bekijken. Zijn een slag groter. Dat geldt ook voor het balkon. Er is zelfs ruimte voor een volwassen ligstoel.

Verder zit je zo’n dag eigenlijk maar wat te lummelen. Op het terras een tijdje zitten lezen en een koel colaatje gedronken. Op mijn gemak naar de airport en de Golf met hulpmotor ingeleverd. Bij het inspecteren of het karretje nog helemaal gezond was, ontbrak nog net een microscoop. Het vlijtig baasje van Sixt kon niets vinden. Gewoon gaaf ingeleverd dus. Vol spanning richting TAP-balie om (alsnog) in te checken. Omdat ik daar mooi tijdig was, kon ik meteen naar de baliepoes doorlopen. Braaf gratis mijn instapkaart ontvangen (zoals het hoort) en door richting ‘security’. Mooi op tijd vertrokken en mooi op tijd geland. Mooi toestel ook. Zo’n A 320 Neo.

Koffertje van de band geplukt en naar Meet & Greet voor de huurauto. Kom je buiten, staan er hele drommen mensen met papieren en daarop namen. Ik kijk mij suf, maar geen papier met mijn naam erop. Nog een keer heen en weer langs de ‘bordjesomhooghouders’. Noppes. Dan maar eens bellen. Ik meen te constateren dat de telefoon wel overgaat, maar vervolgens springt ie in de in gesprek toon. Zelfs bij iemand met mijn zonnig humeur, begint zich nu een donderwolkje te vormen. Om te voorkomen dat dit verontrustende vormen gaat aannemen, loop ik naar een informatiekiosk. Voor huurauto’s moet ik bij de Meeting Point Pilaar zijn
 Daar vind ik inderdaad diverse figuren met bordjes waarop de verhuurmaatschappij staat. Maar de mijne niet. Mijn juf was plassen, zo verneem ik. Dat heeft zij naar mijn smaak vrij uitgebreid gedaan, want er verstreek aardig wat tijd alvorens zij weer aan het werk was. Daarna werd het een kwestie van “busje komt zo”. Die chauffeur moest waarschijnlijk nodig plassen, want als een Max Verstappen, scheurde hij mij naar het verhuurstation.

Zag er netjes uit. Turisprime heet deze club en daar vind ik (tot op heden) weinig mis mee. Ik kreeg een nette, zeer fraai rode Renault Captur mee. Er zat navigatie in en de medewerker klopte meteen het adres van mijn hotel in. Maar er ontbrak een Vlaamse Truus, die mij waarschuwt dat ik over 200 meter naar links moet. Ik kijk nu naar streepjes in verschillende kleuren en ben bij het eerste stoplicht al de mist in. Met het nodige gehannes dus Lissabon uitgekomen. Op de grote weg bedacht ik mij dat het toch wel een stuk verder rijden was, dan ik in gedachten had, maar dat was gewoon een kwestie van wishful thinking. Niettemin besloot ik mijn eigen Tom Tom erbij te nemen. Ook die had ik voorzien van mijn eindbestemming en nu was het dus een kwestie van recente bestemming inkloppen en vervolgens een satelliet zoeken. Toen dat gelukt was bleken de momenten van afslaan duidelijk te verschillen. Kop of munt
 Maakte weinig uit, want even later liepen de beide navigaties weer synchroon. Tom Tom wist op een bepaald moment de kreet “bestemming bereikt” te slaken. Hoe ik dat moest controleren op die andere navigatie was mij nog niet geheel duidelijk. Daar liep nog een kleur wat verder en gedachteloos besloot ik dan ook maar wat verder te tuffen. Is dus een afrader. In een helder moment besloot ik de wegenkaart er eens bij te pakken en te kijken waar de weg waarop ik reed mij heen zou voeren. Daar werd ik niet blij van. Omdraaien dus. Even voor een goed begrip: Santiago do Cacem is dus de plaats waaronder Santo AndrĂ© ressorteert, maar er is ook nog iets met de naam Deixa o Resto en de straatnaam is er Ă©Ă©n die in elke stad, elk dorp en elk gehucht minimaal 1 x voorkomt. In het vrij grote Santiago bij een benzinestation hulptroepen gemobiliseerd. Dat bracht daar de nodige jolijt. Een grijsaard die de weg vraagt terwijl hij een mega-groot beeldscherm met navigatie in zijn auto heeft. Nadat men uitgehinnikt was, bleek Ă©Ă©n van die gasten met zijn telefoon al uitgedokterd te hebben waar ik precies moest zijn en hij heeft dat ook op de navigatie van de auto ingetikt.

Met ruim een uur vertraging arriveerde ik zo alsnog bij het hotel en sprak daar tegen de opvang (zoon des huizes; 28 jaar) de volgende woorden: menigeen zou na een avontuur als van hedenavond om zijn moeder hebben geroepen, maar ik volsta met het bestellen van een whisky.

Dat kon. En ook nog een biertje. Maar daarna was het voor ons beiden tijd de bedstee op te zoeken.

9 oktober heb ik een beetje in de omgeving rondgereden en een fors deel van mijn tijd besteed om opnieuw uit te vogelen waar mijn hotel ook alweer was. Sommige mensen vinden dit humor. De door de vriendelijke jongeman ingeklopte gegevens bleken namelijk verdwenen en om nogmaals naar het verkeerde adres te karren, leek mij zot. Die gegevens stonden er namelijk nog wel in. Sommige mensen vinden dit humor.

Ik arriveerde echter toch bij het hotel en wel op een perfect moment voor het bestellen van een gin-tonic. Rond 19 uur naar het dorpsrestaurant. Men had mij – voor zover nodig – al gewaarschuwd dat de aldaar te serveren porties in de categorie ‘mega’ vallen. Daar bleek geen woord van gelogen, dus het was maar goed dat ik niets vooraf had besteld.

Van de mede-gasten hier dient vooral een viertal Britten te worden genoemd. Twee echtparen uit Yorkshire van in de 80, maar ‘still going strong’. Lieden om een voorbeeld aan te nemen. Al was het maar vanwege het feit dat zij nog vaker op vakantie gaan (en vermoedelijk langer) dan ik. Sommige mensen (ik ben er Ă©Ă©n van) vinden dat geen humor.

Er was ook nog een Portugese dame die mij vroeg waar mijn vrouw was. Toen ik haar antwoordde kreeg zij even een kleur, maar die zakte toen ik veronderstelde dat zij mij met iemand had verward.

Over de 10e oktober is nog wel e.e.a. te melden, maar dat zal ik dan samen met het verslag van de laatste dag + terugreis schrijven. Er komen naar mijn idee ook nog wel enkele boeiende kiekjes bij de reeds geplaatste foto’s.

7 oktober: Zwaar bewolkt op Madeira, maar wellicht slechts plaatselijk

Vanmorgen dus niet in alle vroegte al in de startblokken om naar dat hoogste punt te rijden. Op mijn balkonnetje meende ik zelfs spatjes te voelen. Daar houd ik niet zo van. En achter ruitenwissers koekeloeren vind ik ook maar niks.

Temperatuur is OK. Ik transpireer er zelfs bij. Dat risico was er ook heel even toen ik 2 (ja twee) reminders voor autohuur op de luchthaven van Lissabon voor morgen ontving. Ik zou toch niet vergeten zijn die ene te annuleren
. Niet dus. CardelMar er dus maar op gewezen dat zij iets te enthousiast zijn met herinneringen sturen.

Wat later in de morgen toch maar op pad gegaan naar dat hoge punt. Werd echter voornamelijk een kwestie van wolkenridder spelen. Zielig voor al die toeristen, die met busladingen tegelijk, maar ook met huurauto’s naar Ribeiro Frio trekken om daar na een fikse wandeling te genieten van een prachtig uitzicht. Die hadden vandaag net zo goed in een bord yoghurt kunnen turen. Er is daar ook een waterval en nu maar hopen dat die wel zichtbaar was ...

Een eindje voorbij dat Ribeiro Frio leek het wat te gaan opklaren, maar het spreekwoord zegt ‘Je moet geen “ho” roepen voordat je over de brug bent’. Dat vind ik een spreekwoord waar ik weinig mee heb. Ook na, of tijdens het oversteken van een brug voel ik geen enkele aandrang om ho (of hei) te roepen. Ik zie daar het nut niet van in. Men wil er echter mee zeggen dat je niet voorbarig moet zijn. Daar ben ik ook niet echt een kei in, dus ik laat het op mij afkomen. “Het” zijn in dit geval wolken. Dat krijg je als je zo nodig de hoogte in wilt. Je komt dusdanig hoog dat je op een gegeven moment op de wolken neerkijkt. Helemaal boven is er een radar- en/of satelliet-volgstation. Foto gemaakt van radarstation met blauwe hemel en een contrasterend beeld met veel wolken. Je bent dan toch vrij rap klaar met foto’s maken, dus ik was ook weer tijdig terug bij mijn hotel. Daar was het ook een beetje opgeklaard, maar echt strandweer was het nu ook weer niet. Terras is OK. Daar zit ik nu bedachtzaam aan een gin tonic. Grappig om te constateren dat het menselijk ras toch vaak vergelijkbaar is met andere kuddedieren. Eerder was het qua bezoekers op het belendende terras aanzienlijk drukker dan hier. Nu zit er bij de concurrentie geen hond en zijn er hier toch rap zo’n tafeltje of acht bezet.

Omdat ik er toch zat, heb ik mijzelf verwend met een tweede gin-tonic. En met een 7-tal gloeiend hete en knap forse mosselen met knoflook als aangenaam tussendoortje. Om Wim gerust te stellen: er zat geen tomaat bij.

CardelMar heeft mij inmiddels gerustgesteld. Foutje in het systeem. Ik hoef dus niet met twee auto’s op pad. Na van dit bericht kennis te hebben genomen en het stoeien met een Sudoko-vijfling ben ik retour terras gegaan. Vaste ‘gast’ daar is een licht oranje katertje. Die scharrelt tussen de tafeltjes door om te kijken of er hier en daar wat valt te bedelen. De meeste gasten zijn echter niet van de bedeling en dat is aan het formaat van het katje te zien. (Of hij sport erg veel
)

Ik besloot nog een kleinigheid te bestellen. Omelet met garnalen. Ik zit vandaag dus een beetje in de zeevruchtenhoek. Er wordt frites en een beetje gemengde salade bij gereserveerd. Geen zeewier. Deze plotselinge ‘aanslag’ met vitamine C heb ik voor een deel kunnen pareren. Ik weet hoe druk een konijn het kan hebben met het bewegen van zijn neusje en dat kan zomaar te maken hebben met al dat groenvoer dat op hun menu staat. Ik heb weinig behoefte dat voorbeeld te volgen.

Turend naar de branding zitten overwegen mijn vergelijking met een fluitketel te delen met andere gasten en belangstellenden. Dat zijn van die spaarzame momenten dat zo’n geavanceerde smartphone met vertaalprogramma mij handig zou voorkomen. Want wat is fluitketel in het Duits? Ik filosofeer dan door en stel mij voor dat een landgenoot mij bij dit probleem behulpzaam is en aan de Duitstalige gesprekspartner duidelijk maakt dat je dit keukengerei Ă  la Flip Fluitketel / AndrĂ© van Duin ook op je hoofd kunt zetten. Schiet lekker op.

Nog Ă©Ă©ntje over de branding. Ik heb begrepen dat de echte surfers op bijvoorbeeld Hawaii de golven en de branding lezen. Zelf prefereer ik een boek.

Vandaag (8/10) ga ik afscheid van Madeira nemen. Rond 15 uur zal ik op de luchthaven zijn. Van TAP begrepen dat zij mij al hebben ingecheckt, maar ik ben verder niet nieuwsgierig geweest. Voor je het weet, bevestig je iets gelezen te hebben en ben je weer €.12,- kwijt. Ik ga dus ‘gewoon’ naar de balie met mijn ruimkoffertje en verwacht daar zonder extra kosten een instapkaart. Wenst men mij daar toch muntjes proberen afhandig te maken, dan zal ik om documentatie vragen waarin deze voorwaarde staat aangegeven. Achter mij zou zich dan wel eens een lange rij kunnen gaan vormen


Niettemin hoop ik rond 18 uur in Lissabon te landen. Meet & Greet van autoverhuurder zoeken en dan een stukje sturen naar mijn verblijf voor de volgende 3 dagen. Betreffende tent wordt door landgenoten gerund en dat is na al dat Portugees geroezemoes wel weer eens aangenaam.

Dit stukje zet ik maar vast op Reismee. ’t Is niet veel, maar goed bedoeld.

TAP-punt. Voor Madeira geen toppunt

Het zal niemand verbazen dat ik met TAP niet slechts een appeltje heb te schillen, maar een complete boomgaard. Als je na bijna 1 week eens voorzichtig informeert naar de stand van zaken m.b.t. de afhandeling van de klacht over het betalen voor welke seat dan ook, kom je niet veel verder dan dat het in behandeling is. Wil je daarover een nieuwe klacht indienen, dan lukt dat dus niet. Via “suggesties” getracht mijn ongenoegen te laten blijken, maar dat ging ergens ook de mist in (en was prompt ook niet meer terug te vinden). Nu dien ik nog twee vluchten met deze club af te werken, dus misschien is dat ook maar beter zo, want ik acht die lui in staat mijn reservering zoek te maken en mij te weigeren om mee te vliegen. Ook de Portugezen zelf beschouwen TAP als een van de slechtste of gewoon de slechtste airline ooit
 Dit muisje gaat een erg lange staart krijgen als het aan mij ligt. Ik heb tijd zat. Heeft iemand toevallig het adres van het Portugees Ministerie van Verkeer en Waterstaat bij de hand?

Even los van het transport hierheen, heb ik vandaag uitvoerig zitten filosoferen of een derde visite aan dit eiland er in zit. Daar ben ik nog niet helemaal uit. Qua sfeer en qua rust zou ik zeggen van wel. Prima stek om te onthaasten. Niet dat ik daar nu zoveel behoefte aan heb, maar toch. Zelfs de hagedisjes, die je hier ziet, lijken er een bedaarder tempo op na te houden. Ik ben echter geen kenner van de gemiddelde snelheid per hagedissensoort. Om nieuwe weggetjes te ontdekken is het wegennet toch wat beperkt. De EU zal dus wat nieuwe fondsen deze kant op moeten sturen. Ik ga de sfeer en ambiance hier zorgvuldig vergelijken met die op het vasteland van Portugal. Daar heb ik straks nog 3 aanvullende dagen voor. En voor alle zekerheid zitten er voor nadere studie ook nog een gezellig aantal dagen in december aan te komen.

Voor de ‘levadas’, die ik gemakshalve maar even vertaal als wandelwegen voor doorzetters, ben ik een te late starter. Ik lig daar niet zo wakker van, want ik ben nooit een echte wandelfanaat geweest. Zij die dit wel zijn, kunnen hier m.i. hun hart stevig ophalen.

Voor het slokkie en het happie vind ik het hier prima vertoeven. Toch ging het vanavond niet helemaal goed. Na mijn Johnny Walker had ik een schotel met lamskoteletjes in gedachten. En het restant van mijn gisteren aangeschafte wijn. Wordt er na enige tijd exact hetzelfde voor mijn neus gezet als de avond ervoor. Paolo helemaal van de leg. Twee tafeltjes verwisseld. En die andere besteller was al aan de koteletjes begonnen. Tuurlijk
 Valt niet op
 Omdat ik die picado echter best een smakelijke hap vond, heb ik het maar zo gelaten. Het feit dat ik op een kleine 30 meter van zee af zit en een magnifiek uitzicht geniet, maakt dit soort zaken tot verwaarloosbare details. Toch kan ik mij voorstellen dat er mensen zijn, die graag een vinding zouden zien waarmee de branding tijdelijk het zwijgen wordt opgelegd. Een beetje als een fluitketel. Leuk dat gefluit, maar na een tijdje is het wel genoeg. Een fluitketel kent zijn plaats, de branding niet. Ik ben trouwens benieuwd wanneer Sylvana Simons of een ander opgewonden standje tegen de branding gaat protesteren. Zo van, het moet maar eens afgelopen zijn met die witte schuimkoppen


Ondanks de verwisseling van de avondhap, is dit hotel nog steeds een aanrader. Ik heb gisteren nog geprobeerd te achterhalen welke technieken er worden ingezet om dergelijk personeel binnen te halen. HR-managers kan ik slechts adviseren daarbij wat vasthoudender te zijn, want ik kwam er niet helemaal uit. Lieden die overwegen een HBO-opleiding te gaan volgen in deze richting, kunnen die studiejaren achterwege laten als zij dit ‘geheim van de smid’ te weten komen.

Hiermee ben ik aan het eind gekomen van mijn servetjes en stukjes tafelkleed. Ik ben bang dat de bar inmiddels is gesloten, maar voor noodgevallen heb ik nog een klein flesje 7Up. (Nee ik ben niet ziek).

6 oktober en niets te klagen op Madeira

Lekker in het zonnetje op mijn balkonnetje. Dat rijmt weliswaar fijn, maar ik zie geen steek. Niet dat ik plotseling bedlegerig ben en een ‘grote boodschap’ moet doen, maar door de weerspiegeling kan ik niet zien wat ik getikt heb.

Nu dus bij de deur postgevat (is weer iets anders dan bij de deurpost gevat). Er gaan nu lezers afhaken
 Die houden er niet van als ik gevat ga zitten doen.

Ik kan het niet helpen. Noch gisteravond noch heden echt spannende zaken meegemaakt. Ober Paolo kwam ‘s middags al opdagen. Bij hem nog even snel gecheckt of de door mij aan Betty betaalde prijs voor een biertje wel klopte. Tenzij de olijfjes apart worden berekend, klopte dat niet. Voorts had ik Betty gevraagd of alle consumpties en hapjes op de kamerrekening gezet konden worden. Daar had ik een zeer gecompliceerd antwoord op gekregen, waarvan ik meer dan de helft niet had begrepen. Om dat te verdoezelen was de reden voor mijn eerdere contante betaling. Ook ‘alles op de kamerrekening’ nog maar even bij Paolo gecheckt. Ik kon mij van het vorige bezoek aan dit hotel namelijk niet herinneren dat ik bij elke geplaatste bestelling steeds gymnastiek had gedaan met het tevoorschijn toveren van ‘de knip’. Geheugen is nog prima. Nu dus ook weer einde gymnastiek. ’s Avonds, alvorens afmars te plegen richting kamer, een krabbel zetten en de gevolgen zie ik eind van de maand wel weer. Kom je weer even in vakantiestemming J

Na het (smakelijk) ontbijt mijn huurkoetsje zonder krassen te maken uit zijn parkeerplek kunnen bevrijden. Nu heeft die Golf zo’n systeem met sensors en als je te dicht bij een obstakel komt, barst er een waarschuwend gepiep los. Bij het inparkeren was dat lawaai niet van de lucht geweest. “Strak” ingeparkeerd dus, maar wel dichtbij de ingang van het hotel


Ik had besloten een herhalingsbezoek te brengen aan Curiel de las Freiras. Daar schijnen in een grijs verleden eens nonnen naartoe te zijn gevlucht. Het betreffende plaatsje kan je van grote hoogte ergens diep in het dal zien liggen. Bij mijn vorige bezoek waren er nogal wat wolken en dat viel dit keer mee. Als de zon nog iets hoger zou staan, zou het plaatsje nog iets beter verlicht zijn. Lekker belangrijk. Het gaf mij echter het excuus eerst nog even een bakkie te doen en er zo’n roomtaartje bij te bestellen. Koffiepauze gebruikt om de Canon van nieuwe batterijen te voorzien. Er is echt iets mis met dat apparaat, want het verslindt batterijen alsof het de laatste exemplaren op aarde zijn. Er moet maar eens een cameradokter naar kijken en anders wordt het een gevalletje ‘Marktplaats’. De door ‘meneer Canon’ afgekeurde batterijen doen het in een zaklantaarn nog prima. Ik heb langzamerhand voldoende exemplaren voor 50 zaklantaarns.

Over de heer Tom Tom ben ik evenmin te spreken. Stelde een nieuwe poging in het werk om mij aan een soort steile wandrace te laten deelnemen. Daar ben ik dus niet ingetrapt. En dan ook nog eens een keer allerlei plaatsnamen van het in Porto Moniz verkregen kaartje niet kennen. Schiet lekker op. Ik had overwogen door te rijden naar zo’n beetje het hoogste punt van het eiland. Ik kan dat echter morgen via een andere route ook nog wel bekijken. Nu op de terugweg even langs de haven van Funchal gereden om naar zo’n aangemeerd cruiseschip te kijken. Mij daarbij realiserend dat ik mij absoluut niet tot de potentiĂ«le passagiers van zo’n kolos wens te rekenen. Er ligt mij teveel vast. Je komt maandagochtend om 8 uur in haven ‘huppelepup’ aan en daar staat dan om 9 uur een bus klaar om je ergens heen te brengen. Je kunt niet tegen de kapitein zeggen dat je liever eerst een andere haven wenst aan te doen en dat je er de voorkeur aan geeft als dat ‘busje naar ergens’ een uurtje later vertrekt. OK, je kan dat wel zeggen, maar daarmee verander je verder niets.

Het feit dat ik geen cruise-man ben, wil bepaald nog niet zeggen dat ik hier nu een pleidooi ga houden om cruises i.v.m. CO2-uitstoot te verbieden. Hele bevolkingsgroepen zijn voorstander van juist die maatregelen waarvan zij amper of helemaal geen last hebben. Ik zag laatst op TV de bewering dat de cementindustrie en wat daar mee te maken heeft een grotere boosdoener is dan de veestapel, of de vliegtuigen wereldwijd. Maar wat of wie mag je nog geloven? Energiecentrales op biomassa laten draaien schijnt nu weer onzin te zijn volgens een groep geleerden. Kerncentrales worden niet als oplossing voor de klimaatcrisis gezien vanwege het feit dat zij niet rendabel zijn
.

Tijdens dit soort overwegingen zit ik dus mijn vakantieplezier te vergallen. Bemoedigend is dan weer dat men hier op dit eiland waarschijnlijk nog nooit van stikstofproblematiek heeft gehoord. Hier heb je hooguit last van stikstof als je de slang in je mond stopt en de stofzuiger ‘in zijn achteruit zet’.

Met zekere regelmaat zie ik hier enthousiastelingen op een motorfiets, die gehuld in korte broek en T-shirt de plaatselijke wegen onveilig maken. Bij de soms formidabele snelheid vraag ik mij dan af of zij niet tot het bot zijn verkleumd. Bij nog hogere snelheid acht ik tot het bot ontveld en ontvleesd ook tot de mogelijkheden behoren.

En zo ben ik dan toch weer toe aan het bijslijpen van een nieuw puntje van een nog te creëren alcoholkegeltje (vrij naar Ex-collega Hans Luyt)

5 oktober begint bewolkt op Madeira


Maar eerst nog even het restant van 4 oktober. Mijn tweede poging aan de bar een whisky te bestellen had succes. Mijn smaakpapillen vonden het na 3 dagen afzien wel een vreugdedansje waard. Daarom (en vanwege de muziek) meteen nog maar Ă©Ă©n besteld. Daarna de menukaart bekeken. Was geen lijvig boekwerk, maar er stonden voldoende zaken, die mijn interesse hadden. Vooraf een soepje met tijm en nog iets. Denk je een kopje te krijgen, komt er een complete terrine. Aangezien ik al een hoofdgerecht had besteld bijtijds gestopt met soep opscheppen. Ik had er een maaltijd van kunnen maken. Wat ik wenste te drinken, werd mij gevraagd. Is er een open wijn, was mijn wedervraag. Daar doet men dus niet moeilijk over. Kurkentrekker pakken en je hebt een open wijn. Na het eerste slokje onmiddellijk gevraagd wat de complete fles moest kosten, want men had toch een heerlijkheid open getrokken
 Onthoud maar: Rio dos Patos (eendjesrivier). Werd ik €.10,- armer van. Sommige mensen vinden dat humor. Ik zeker!

Voor het hoofdgerecht (zie ook foto) had ik iets met kip (picado stond erbij). Voorzichtigheidshalve had ik de kleinste portie (250 gr). besteld. Met enige moeite alle stukjes vlees verorberd. Baaie lekker. (Paolo was de kok.) De halve dagproductie van Aviko aan frites kreeg ik niet geheel weg. De wijn wel.

Van een jong stel, waarvan ik de indruk had gekregen dat zij uit Frankrijk kwamen, was de vrouwelijke helft eerder even bij mijn tafel langs geweest om mij wat foto’s van lupinen te laten zien. En dat had weer te maken met wat vreemde witte knabbels, die men mij eerder bij de drank had voorgeschoteld. Naast een bakje met olijven. Die witte knabbels hadden dus iets met lupinen te maken. Geen idee wat precies. Overigens was het de bedoeling uitsluitend het binnenste van die knabbels te consumeren. Ik had het complete geval opgegeten
 Bij walnoten en hazelnoten maak ik dat soort vergissingen niet, maar nu dus wel. Mogelijk spreek ik binnenkort ‘lupine’.

Hoe dan ook, aangemoedigd door de diverse consumpties, besloot ik de koffie bij dat stel aan tafel te laten serveren. De jongedame had Engels met mij gesproken, dus mijn Frans gehakkel kon achterwege blijven. En wat blijkt vervolgens? Niemand die het raadt??? Het stel woonde weliswaar in Frankrijk, maar kwam oorspronkelijk uit de OekraĂŻne. Net als mijn overburen. Laat daar eens een kansberekening op los.

Geen idee of het stel voor na de maaltijd nog plannen had. Bij voorbeeld om zich in het plaatselijk feestgedruis te storten, maar daar is dan niets van terecht gekomen. In plaats daarvan hebben zij een stortvloed aan levenswijsheden over zich heen gestort gekregen. Ik ben daar niet krenterig in.

Er werd echter niet opzichtig gegaapt of op klokken gekeken en vanmorgen bij het ontbijt werd ik met blije gezichten begroet. Lana (van Svetlana) , Nicola en ik bleken geen van drieĂ«n enige last te hebben ondervonden van de lawaaipapegaai. Zij zouden iets kunnen roepen van ‘we zijn suf geluld’ en ik kan de eendjeswijn de schuld geven. Voor mij dus duidelijk een kwestie van prettig behelpen.

Na van iedereen die daarvoor in aanmerking kwam afscheid te hebben genomen (Je moet dat soort grenzen stellen anders blijf je bezig) op pad naar mijn laatste hotel hier op het eiland. Onderweg slechts Ă©Ă©n van de diverse uitzichtpunten opnieuw bezocht. Vanwege de wat bedekte lucht leek mij dat verantwoord. Reeds rond het middaguur ingecheckt. Bij de receptie kreeg ik te horen dat mijn favoriete serveerster (Marcia) ziek thuis was. Balen! Ober Paolo zou er morgen wel zijn. En die aardige, blonde receptioniste ook. Maar daar heb je niet zoveel mee te maken. Vervangsters van Marcia was pas 2 dagen in dienst, maar heeft – vreemd genoeg – een soortgelijke, uiterst sympathieke uitstraling als Marcia. Haar kennis van Engels is duidelijk minder, maar als Venezolaanse heeft zij uiteraard geen enkel probleem met Spaans.

Het is broeierig vandaag en om het vochtverlies voor te zijn dan wel te compenseren, heb ik op het terras bij Betty (zo heet de nieuwe collega van Marcia en Paolo) een flink glas bier besteld. Vervolgens naar mijn kamer om op mijn balkonnetje naar de branding te luisteren en een stukje te schrijven. Multi tasken dus. Om het resultaat van mijn ijver op Reismee te krijgen, dien ik mij richting ‘zitkamer’ te begeven, want dat is het dichtstbijzijnde Wifi-punt. (Functioneert als de beste!)

In het kader van achterstallig onderhoud eerst nog een tweetal opmerkingen. De eerste betreft een bushalte. Nu vraagt een beetje lezer zich uiteraard af wat er in vredesnaam over een bushalte valt op te merken. Welnu, deze halte bevond zich op een plaats waar zelfs een wild konijn nog niet uit zou willen stappen. Misschien voor een Baskische toerist. Die gasten heb ik meerdere keren aan de wandel gezien op plaatsen, waarvan je denkt ‘hoe is die man daar terecht gekomen en waar gaat hij naartoe?’

De tweede opmerking betreft een bananenplant. Dat gewas had een omvang die mij doet vermoeden dat als er ooit een banaan van wordt geoogst dat ding zal worden uitgehold om er een kano van te maken.

Teneinde niet te vergeten dit soort uitermate belangwekkende opmerkingen wereldkundig te maken, wil ik nog wel eens een servetje of een tafellaken (mits van papier) gebruiken om daarop een aantekening te maken. Moet ik bij dit hotel dus even niet doen, want hier ligt er linnen en als ik daarop ga schrijven zal dat niet met gejuich worden begroet. Uitkomst is dan een memorecorder. Ik heb nu zo’n ding, maar ik ben er nog niet zo handig mee. Zeer goed mogelijk dat ik bij het maken van een nieuwe opname vrolijk over een eerdere heen marcheer onder het zingen van “die zien we nooit meer
. terug!”

Zojuist nog een stukje voormalig tafelkleed gevonden. Daarop staat dat als Columbus in 1492 op Madeira terecht was gekomen en er toen ook al zo lekker werd gekookt, de bizons en de indianen nog flinke tijd langer met elkaar hadden kunnen dollen.